Sociaal-economische verschillen tussen gedaagden die wel en geen verweer voeren bij de kantonrechter

Mensen die geen verweer komen voeren bij de kantonrechter worden verstekgangers genoemd. Om meer inzichten te krijgen in wie dat zijn, vroeg het WODC het CBS om een statistisch onderzoek uit te voeren naar de sociaal-economische kenmerken van gedaagden bij door de kantonrechter behandelde handelszaken. Dit zijn zaken tot een bedrag van € 25.000. Focus van het onderzoek lag op eventuele verschillen tussen gedaagden die verstek laten gaan en gedaagden die wel verweer voeren. Daarnaast zijn ook de kenmerken van zowel verstekgangers als verweervoerders vergeleken met de kenmerken van de Nederlandse bevolking.

Uit het onderzoek blijkt dat de (huishoudens van) gedaagden die verstek laten gaan relatief vaak bestaan uit éénouderhuishoudens, een laag inkomen hebben en vaak over een negatief vermogen beschikken. Vrouwen lijken iets vaker verstek te laten gaan dan mannen, hoewel mannen veel vaker gedaagd worden. Verstekgangers zijn vaak jonger dan 35 jaar, onder verweervoerders is de leeftijd iets hoger. De Nederlandse bevolking bestaat voor 26% uit mensen met een migratieachtergrond. Bij de groep gedaagden bedraagt dit aandeel het dubbele daarvan. Daarbij zijn geen verschillen tussen verstekgangers en verweervoerders. Gedaagden hebben niet zo vaak een hoog opleidingsniveau (15% in vergelijking tot 29% Nederlandse bevolking). Het opleidingsniveau onder verweervoerders is echter wel hoger dan onder verstekgangers. Tot slot zijn gedaagden voornamelijk werkzaam (69% versus 62% Nederlandse bevolking), hoewel onder hen ook vergeleken met de Nederlandse bevolking veel personen met een uitkering voorkomen (respectievelijk 34% en 16%).

De resultaten bevestigen ook eerder onderzoek dat de reisafstand tussen het woonadres en de kantonlocatie geen rol speelt. Verstekgangers wonen iets vaker verder bij de kantonlocatie vandaan dan verweervoerders, maar de verschillen zijn klein. Bovendien wonen gedaagden dichter bij een kantonlocatie in vergelijking met de gehele Nederlandse bevolking.