Meer kennis over cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit nodig

Hoewel jaarlijks tot 15 procent van de Nederlanders aangeeft slachtoffer te zijn geweest van een vorm van cyber- of gedigitaliseerde criminaliteit, zijn er maar relatief weinig cybercriminelen bij justitie in beeld. Dit is één van de bevindingen in een vandaag verschenen WODC-onderzoek. Daarin wordt een overkoepelend beeld geschetst van wat nu bekend en niet bekend is over slachtoffer- en daderschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit in Nederland.

Cijfers over de omvang van slachtofferschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit in eerdere onderzoeken lopen uiteen. Globaal kan worden gesteld dat jaarlijks acht tot vijftien procent van de Nederlanders slachtoffer werd van cyber- of gedigitaliseerde criminaliteit in de periode 2010 tot en met 2019. De trends door de tijd heen verschillen per bron, maar laten een relatief stabiele of licht dalende ontwikkeling zien. Het beeld dat slachtofferschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit in de afgelopen jaren alleen maar groter is geworden, blijkt dan ook niet uit de beschikbare cijfers over de periode 2010 tot en met 2019.

Slachtoffers

Onder cybercriminaliteit wordt alle criminaliteit verstaan waarbij ICT zowel het middel als het doel is. Het gaat dan om delicten als hacken en ransomware. Er is sprake van gedigitaliseerde criminaliteit wanneer bij traditionele delicten ICT als middel wordt ingezet. Daarbij valt te denken aan bedreigen via WhatsApp of fraude via Marktplaats.

Lees het volledige rapport: Aard en omvang van dader- en slachtofferschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit in Nederland.

Verdachten en daders

Het inzicht in (vermoed) daderschap is beperkt. Er is wel een stijgende trend in de periode 2008 tot en met 2019: er zijn bijvoorbeeld meer verdachten van cybercriminaliteit in beeld bij justitie en bovendien lijken de delicten in strafzaken ernstiger te worden. Toch blijft cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit maar een klein deel van alle criminaliteit dat in beeld is bij justitie. Zo is minder dan 1 procent van alle verdachten een cyberverdachte. Dat komt deels door factoren als aangiftebereidheid, maar ook beperkte kennis over cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit kan hierbij een rol spelen. In het onderzoek wordt daarom aanbevolen om te investeren in expertise over cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit in de justitiële keten.

Maatschappelijk probleem

Slachtofferschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit lijkt minder vaak voor te komen dan slachtofferschap van traditionele criminaliteit, maar doet als maatschappelijk probleem daar niet veel voor onder. Om beter zicht te krijgen op de fenomenen slachtoffer- en daderschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit is het volgens de onderzoekers aan te raden om bestaande instrumentaria voor het meten en registreren van dergelijke criminaliteit door te ontwikkelen en te verbeteren. Dat is van belang om meer te weten over de omvang, maar ook om nieuwe vormen tijdig te kunnen signaleren.