Monitoring Wet forensische zorg: opzet en eerste meting

Samenvatting

Het aantal betrokkenen in de forensische zorg groeit en groeit. Waar stromen al deze patiënten in, hoe lang verblijven patiënten in de forensische zorg? Hoeveel forensische patiënten stromen door naar de reguliere zorg? Welk percentage van de patiënten gaat na forensische zorg opnieuw de fout in? Dit is slechts een kleine greep uit de vragen die beantwoord zullen worden met behulp van deze monitor.
Door het opzetten van de monitor kan aanvullende informatie verkregen worden over in hoeverre betrokkenen op de juiste plek worden geplaatst, of de capaciteit in de forensische zorg voldoende is voor deze groep, en in hoeverre de forensische zorg aansluit op de reguliere zorg. Deze onderdelen zijn belangrijke speerpunten van de Wet forensische zorg (Wfz) en vormen de basis voor de monitor.
Het plan is om gegevens van verschillende bronnen samen te voegen en te koppelen. Als dat lukt kunnen patiënten gevolgd worden vanaf het moment dat ze in de forensische zorg instromen. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre er sprake is van verschillende subgroepen binnen deze populatie die dezelfde kenmerken hebben, zodat zorg nog beter afgestemd kan worden op de behoeften van deze subgroepen.
Naast dit deelonderzoek omvat de evaluatie Wet forensische zorg (Wfz) ook plan-evaluatie Wet Forensische Zorg (3105a) en een eerste evaluatie van artikel 2.3 Wfz in de praktijk (3105b). Beide onderzoeken zijn inmiddels afgerond. Vervolgens worden een procesevaluatie (waarin de uitvoering in de praktijk centraal staat) (3105e) en een doelbereikingsevaluatie (waarin wordt nagegaan in hoeverre de belangrijkste beoogde doelen worden behaald) verricht.