Procesevaluatie Wfz

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3105e
Type WODC-intern onderzoek

Op 1 januari 2019 is de Wet forensische zorg (Wfz) gedeeltelijk in werking getreden. Deze wet biedt de Officier van Justitie en de rechter mogelijkheden om ervoor te zorgen dat binnen het strafrecht sneller de passende psychische zorg wordt geboden. De evaluatie van de Wfz zal op grond van art 8.1 Wfz drie jaar na inwerkingtreding plaatsvinden, en vervolgens na elke vijf jaar. Dit deelonderzoek is onderdeel van een vroege of algemene wetsevaluatie binnen het meerjarig ‘Onderzoeksprogramma Wet forensische zorg’ (2020 t/m 2025) dat op verzoek van DGS&B wordt uitgevoerd door het WODC. Het betreft een planevaluatie van de Wfz.

Het onderzoek beoogt de beleidstheorie achter de Wfz te reconstrueren. Deze beleidstheorie zal inzicht bieden in de veronderstelde werkingsmechanismen waar vanuit de Wfz de centrale doelstellingen dient te bereiken. Daarnaast zal in deze planevaluatie voor zover mogelijk onderzocht worden in hoeverre deze hypothetische werkingsmechanismen overeenkomen met wetenschappelijke theorieën en bevindingen. Beoogd wordt concrete indicatoren in kaart te brengen, waarmee het behalen van de einddoelen dan wel de tussenliggende mechanismen van de Wfz getoetst kan worden.

De vroege wetsevaluatie omvat naast dit deelonderzoek ook een eerste evaluatie van Artikel 2.3 Wfz in de praktijk (3105b) en een project voor het opzetten van een monitor (3105c). Vervolgens worden deze procesevaluatie (waarin de uitvoering in de praktijk centraal staat) en een doelbereikingsevaluatie (waarin wordt nagegaan in hoeverre de belangrijkste beoogde doelen worden behaald) verricht.