Nut en noodzaak om te komen tot een processenfonds

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3279
Type Extern onderzoek
Betrokken organisatie(s) EUR - Erasmus School of Law

Samenvatting

De mogelijkheden voor het voeren van collectieve acties is de afgelopen jaren verruimd door invoering van de Wet collectieve afwikkeling massaschade (WCAM) in 2005, de wijzigingswet WCAM in 2013 en de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) in 2020. Het is daarbij van groot belang om te borgen dat burgers daadwerkelijk van deze mogelijkheden gebruik kunnen maken. Het financieren van collectieve zaken kan in de praktijk lastig zijn, omdat van tevoren geen zekerheid bestaat over het verkrijgen van een vergoeding voor geleden schade om de (proces)kosten uit te financieren. Een processenfonds kan in dat kader relevantie hebben, zo blijkt uit het WODC-onderzoek ‘Modernisering van het Nederlands Procesrecht in het licht van Big Data’ (B. van der Sloot en S. van Schendel, Universiteit van Tilburg, 2019). Het rapport beveelt aan een processenfonds in het leven te roepen voor rechtszaken in de big-data context. Dit geeft aanleiding om onderzoek te laten verrichten naar de noodzaak, kosten en vormgeving van een revolverend  processenfonds. Dat zich niet beperkt tot´big data’ context, maar ook betrekking kan hebben op andere (rechts)gebieden.
Het onderzoek bestaat uit twee delen, deel A. Nut en noodzaak van een (revolverend) processenfonds en deel B. (Financiële) vormgeving en kosten van een (revolverend) fonds. Het gaat in op de volgende vragen: bestaat er de noodzaak en/of de behoefte om te komen tot een (revolverend) processenfonds voor collectieve rechtszaken? En hoe zou een (revolverend) processenfonds in Nederland bekostigd en vormgegeven kunnen worden?