Onderzoek naar langdurige detentie na plegen 3 ernstige geweldsmisdrijven
Projectnummer | 3363 |
---|---|
Type | Extern onderzoek |
Betrokken organisatie(s) | RU - Radboud Universiteit |
Samenvatting
De aanleiding voor dit onderzoek is een motie van de Tweede Kamerleden Van der Plas (BBB) en Eerdmans (JA21) tijdens de begrotingsbehandeling van JenV eind 2021 (Tweede Kamerstukken, Vergaderjaar 2021-22; 35925-VI, nr. 105; Handelingen Tweede Kamer, Vergaderjaar 2021-2022, 27-12-35). De motie verzoekt ‘in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn voor het opleggen van langdurige detentie na drie ernstige geweldsmisdrijven en welke wetswijzigingen hiervoor nodig zijn’. Nagegaan wordt of na recidive ook daadwerkelijk door strafrechters een hogere straf opgelegd. Wat zijn de redenen voor het al dan niet opleggen van hogere straffen bij recidive van ernstige geweldsmisdrijven? Er wordt een vergelijking gemaakt tussen recidivisten (onderscheiden naar 1e, 2e en 3e of vaker recidive) en ‘first-offenders’ in de opgelegde straf. De systematiek van de WODC-recidivemonitor zal gevolgd worden (B.S.J. Wartna, M. Blom en N. Tollenaar, De WODC-Recidivemonitor; 4e herziene versie, WODC-memorandum 2011-3, 2011).