Voorwaardelijk beleidssepot bij daders van huiselijk geweld leidt niet tot duurzaam minder recidive

Een kwart van alle huiselijk geweldstrafzaken in Nederland is in 2015 afgedaan met een voorwaardelijk beleidssepot. In dat geval ziet het Openbaar Ministerie (OM) af van vervolging mits de dader aan de gestelde voorwaarden voldoet. Een succesvolle vervolging is weliswaar haalbaar, maar op grond van het algemeen belang onwenselijk. Het WODC onderzocht hoe de oplegging van voorwaardelijke beleidssepots bij daders van huiselijk geweld er in de praktijk uitziet en hoe effectief ze zijn in het terugdringen van recidive. De resultaten lijken erop te wijzen dat het voorwaardelijk beleidssepot recidive licht vermindert gedurende de proeftijd van het sepot, maar dat het geen blijvend effect op de recidive heeft.

Aan een voorwaardelijk beleidssepot worden voorwaarden gesteld. De algemene voorwaarde geldt altijd en houdt in dat de dader geen strafbare feiten begaat binnen de proeftijd (meestal één of twee jaar). Daarnaast kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd zoals een contactverbod, een verplichte behandeling of deelname aan een gedragsinterventie.

Opleggingspraktijk

De opleggingspraktijk van voorwaardelijke beleidssepots bij huiselijk geweld in 2014 tot en met 2016 bleek lang niet altijd in lijn met de op dat moment geldende Aanwijzing Huiselijk Geweld. Daarin staat dat bij huiselijk geweld de reclassering advies moet uitbrengen en wordt gepleit voor bijzondere voorwaarden gericht op daderhulp. Echter, bij minder dan de helft van de onderzoeksgroep is reclasseringsadvies ingewonnen over de op te leggen afdoening, bij slechts 19 procent van de onderzoeksgroep zijn bijzondere voorwaarden verbonden aan het voorwaardelijk beleidssepot en bij een nog lager percentage zijn de bijzondere voorwaarden gericht op daderhulp. De belangrijkste strafdoelen van het voorwaardelijk beleidssepot zijn afschrikking (middels het voorwaardelijke karakter) en resocialisatie (middels bijzondere voorwaarden), maar doordat bij 81 procent van de onderzoeksgroep geen bijzondere voorwaarden worden opgelegd, wordt in de praktijk vooral ingezet op afschrikking. 

Effectiviteit

De eerste twee jaar zijn voorwaardelijke beleidssepots iets effectiever in het terugdringen van (huiselijk gewelds)recidive bij daders van huiselijk geweld dan onvoorwaardelijke beleidssepots. Het gaat echter om kleine recidiveverschillen en deze verschillen verdwijnen na twee jaar. De resultaten lijken erop te wijzen dat er vooral sprake is van een afschrikwekkend effect gedurende de proeftijd van het voorwaardelijk beleidssepot, maar dat er geen sprake is van een resocialiserend effect en blijvende gedragsverandering.

Beleidswijziging

Het OM werkt momenteel aan een wijziging in de regeling van het voorwaardelijke beleidssepot. Het ziet ernaar uit dat aan voorwaardelijke beleidssepots in de toekomst geen bijzondere voorwaarden meer kunnen worden verbonden. Reclasseringsmedewerkers en huiselijk geweld officieren van justitie waren daar kritisch over in de focusgroepen. De onderzoekers adviseren het OM na te gaan of de kritische geluiden breder leven. Als dit zo is, verdient het de aanbeveling in gesprek te gaan met medewerkers en ketenpartners en de overwegingen toe te lichten, om zo draagvlag te creëren voor de nieuwe regeling. Daarnaast bevelen de onderzoekers aan om deze wijziging in de regeling van het voorwaardelijk beleidssepot te monitoren en de effecten voor huiselijk geweldzaken in kaart te brengen.