Bestaande registers niet altijd bruikbaar voor beoordeling naamswijziging slavernijverleden

Wanneer je in Nederland je achternaam wil wijzigen, moet je in veel gevallen bewijzen dat je last hebt van die achternaam. Dat is ook zo bij achternamen die een link hebben met het Nederlandse slavernijverleden. Het Verwey-Jonker Instituut onderzocht, in opdracht van het WODC, of de bestaande registers en overzichten uit de voormalige Nederlandse koloniën bruikbaar zijn om deze verzoeken tot naamswijziging te beoordelen. Dat blijkt problematisch te zijn: de registers zijn niet compleet en het gebruik ervan stuit op maatschappelijke bezwaren.

De aanleiding van het onderzoek is de wens van DENK van juni 2021 om nakomelingen van tot slaaf gemaakte mensen gratis de mogelijkheid te bieden om hun achternaam te veranderen. De ministers Ollongren en Grapperhaus hebben toegezegd dat zij de mogelijkheden daarvoor gaan bestuderen. Het onderzoek bestond, naast literatuuronderzoek en deskresearch, uit gesprekken met experts, zoals historici en naamsdeskundigen.

Registers niet compleet

Uit het onderzoek blijkt dat de beschikbare registers in Suriname, de Nederlandse Antillen en voormalig Nederlands-Indië een verband aantonen tussen de geslachts­naam en het Nederlandse slavernijverleden. In dat opzicht zijn ze betrouwbaar en zouden ze een basis kunnen bieden. De registers voor Suriname zijn relatief compleet, maar dat geldt niet voor de voormalige Nederlandse Antillen en voormalig Nederlands-Indië. Toch zijn de registers niet onverkort bruikbaar voor de beoordeling van naamswijzigingen. Juist omdat ze niet compleet zijn, bieden ze onvoldoende basis om een naamswijziging af te wijzen. Er zijn nog meer achternamen die verband houden met het Nederlandse slavernijverleden die nu nog niet bekend zijn. Voorkomen moet worden dat mensen worden uitgesloten van de mogelijkheid tot naamswijziging, omdat hun familienaam toevallig niet in het register voorkomt. Dat geldt ook voor mensen wiens familienaam destijds onder bestuur van een andere koloniale mogendheid is toegewezen. Of voor nakomelingen van voorouders die destijds wel, maar door dekolonisatie of migratie nu niet meer onder de Nederlandse wetgeving vallen.

Maatschappelijke overwegingen

De huidige registers kunnen mogelijk bruikbaar worden gemaakt als basis voor naamswijziging. Maar dat vraagt deskundigheid, flexibiliteit en maatschappelijke sensitiviteit. Bovendien verwachten de onderzoekers maatschappelijk verzet tegen het opstellen van een overkoepelende namenlijst voor de beoordeling van verzoeken tot naamswijziging. Deze zou immers worden gebaseerd op koloniale bronnen uit een context van onderdrukking en uitbuiting. Destijds was er geen vrijheid om een eigen naam te kiezen. De onderzoekers vinden het dan ook van waarde dat de overheid nu meer aansluit bij de behoeften van de nakomelingen van tot slaaf gemaakte mensen.