De in 2019 opgerichte Netherlands Commercial Court (NCC) - een internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam - functioneert naar behoren, maar krijgt minder zaken dan verwacht. Dat blijkt uit een tussenevaluatie van het WODC. In relatief veel zaken staat de snelheid van besluitvorming voorop. Deze zaken zijn met een betrekkelijk eenvoudige procedure afgedaan. Om de doelstellingen binnen tien jaar te realiseren, lijkt óf een andere ontwikkeling van de NCC wenselijk, óf bijstelling van de verwachtingen over het aantal zaken en/of de aanlooptijd.
De NCC is opgericht voor het behandelen van complexe internationale handelsgeschillen. Daarnaast is de Netherlands Commercial Court of Appeal (NCCA) opgericht voor zaken in hoger beroep. Procedures bij de NCC(A) worden in het Engels gevoerd en uitspraken worden in het Engels gepubliceerd. Het Nederlands procesrecht is van toepassing.
Het WODC onderzocht de ontwikkeling in het aantal en het soort zaken over de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2024, alsmede de redenen van bedrijven om wel of geen gebruik te maken van de NCC(A). Ook is een inventarisatie op hoofdlijnen gemaakt van de uitgaven en ontvangsten. Aanleiding was de toezegging van de minister voor Rechtsbescherming om vijf jaar na de start van de NCC de betreffende wet tussentijds te evalueren.
Operationeel functionerend
In de periode 2019-2024 heeft zowel de NCC als de NCCA zaken in behandeling genomen, in totaal 43. Anders dan verwacht, vereisten deze zaken minder vaak een complexe procedure. Relatief veel zaken betroffen een kort geding of een voorlopige voorziening. De naamsbekendheid van de NCC is groot, maar tegelijkertijd komt de NCC volgens respondenten momenteel in relatief weinig contracten terecht. Advocaten die een cliënt vertegenwoordigen in een zaak voor de NCC zijn merendeels tevreden tot zeer tevreden over de internationale handelskamer.
Beeld: © WODC / Fotograaf: Vincent van den Hoogen
Minder zaken dan verwacht
Halverwege de aanloopperiode bleek dat het aantal zaken dat bij de NCC(A) terechtkomt aanzienlijk achterblijft bij de verwachting. Het verschil tussen verwachte en feitelijke instroom nam bovendien jaarlijks toe. In 2024 werden in plaats van de verwachte 87 zaken, 11 zaken in behandeling genomen. De lage instroom van zaken roept de vraag op of de NCC(A) in voldoende mate in staat is om in de toekomst, als de NCC volledig ontwikkeld is, de reguliere handelskamers te ontlasten. Ook is nog onzeker of deze voorziening budgetneutraal kan worden aangeboden, wat een randvoorwaarde was bij de oprichting.
Blik op de toekomst
De tussentijdse evaluatie laat zien dat het onzeker is of alle ambities binnen de gestelde termijn gerealiseerd kunnen worden. Overwogen kan worden om de verwachtingen over het aantal zaken bij te stellen. Er kan ook worden gedacht aan bijsturing op het vlak van positionering, informatievoorziening en/of de bevoegdheid van de NCC-rechter. Van belang hierbij is dat de uitgangspunten achter de schatting van het aantal zaken en de aanlooptijd, anders waren dan de wijze waarop de NCC uiteindelijk vorm heeft gekregen.
Maatschappelijke en economische impact
Met het oprichten van de NCC(A) wordt op lange termijn een aantal effecten op maatschappelijk en economisch niveau verwacht. De NCC(A) zou vooral een bijdrage moeten leveren aan het internationale vestigingsklimaat in Nederland. De oprichting van de NCC kan tevens worden gezien als een strategische zet om de veronderstelde trend te keren waarbij internationale handelsgeschillen steeds vaker buiten de Nederlandse rechter om worden beslecht. Tot slot beoogt de NCC(A) de druk op reguliere handelskamers te verminderen. Toekomstig onderzoek zou kunnen uitwijzen in hoeverre de NCC maatschappelijk en economisch zijn impact bereikt als de voorziening eenmaal tot volle wasdom is gekomen.