Het Nederlandse demonstratierecht is uitgewerkt in de Wet openbare manifestaties en andere wet- en regelgeving. Het blijkt dat deze wetten voldoende ruimte bieden voor zowel de uitoefening van het demonstratierecht, als het beperken van demonstraties waar dat noodzakelijk is gelet op andere rechten, vrijheden en belangen. Ingrijpend aanpassen van de wet is niet alleen onnodig, maar ook weinig doeltreffend. Wel worden enkele knelpunten in de praktijk gesignaleerd, die deels kunnen worden ondervangen met kleinere wetsaanpassingen. In het rapport staan daarvoor verschillende aanbevelingen en aandachtspunten.

Lees het hele rapport

Op verzoek van de Tweede Kamer is onderzoek gedaan naar het wettelijk kader en het handelingsperspectief inzake het demonstratierecht in Nederland. De onderzoekers analyseerden onder andere (inter)nationale wet- en regelgeving, rechtspraak en literatuur. Ook spraken zij met 42 betrokkenen, zoals burgemeesters, medewerkers van politie en OM, advocaten en organisatoren van demonstraties. Gekeken werd naar de praktijk in generieke zin, en naar enkele demonstratietypen in het bijzonder. Het gaat daarbij met name om:

  • demonstraties waarbij bewust de grenzen van de wet worden overschreden (bijvoorbeeld blokkadeacties) en
  • demonstraties waarbij andere fundamentele rechten in het gedrang kunnen komen (zoals bij abortusklinieken).

Het onderzoek werd uitgevoerd door een samenwerkingsverband van de Rijksuniversiteit Groningen, Pro Facto, Universiteit van Amsterdam en Tilburg University, in opdracht van het WODC.

Beeld: © Rijksoverheid - René Hendriks

Geen ingrijpende en/of generieke beperkingen opleggen

Alle geïnterviewden wijzen op het belang van het demonstratierecht. Uit een onderzoeksrapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid uit mei 2025 blijkt dat bij 97% van de demonstraties geen incidenten voorkomen. De ondervraagden vinden dan ook dat de sterke focus in het politieke en maatschappelijke debat op de incidenten bijdraagt aan een vertekend beeld van demonstraties als inherent ontwrichtend of bedreigend. De meeste gesprekspartners geven aan dat zij aanpassingen van de wet niet nodig vinden. Zij benadrukken in dit onderzoek dat autoriteiten terughoudend moeten zijn met het aanpassen van het juridisch kader en het opleggen van beperkingen bij demonstraties. Uitgangspunt volgens hen zou het faciliteren en beschermen van demonstraties moeten zijn. De onderzoekers wijzen er daarbij op dat generieke beperkingen van demonstraties niet zijn toegestaan. Iedere demonstratie dient op zijn eigen merites te worden beoordeeld.

Wetgeving aanscherpen werkt mogelijk averechts

De ondervraagden vrezen dat verdergaande (wettelijke) beperkingen van het demonstratierecht weinig doeltreffend (of zelfs averechts) zullen werken. En dat dit meer inzet van de uitvoeringsinstanties vereist, terwijl uit het onderzoek blijkt dat de beschikbare capaciteit op dit moment al een pijnpunt is bij de regulering van demonstraties. De onderzoekers wijzen in dit verband naar landen als Engeland en Frankrijk, waar de afgelopen jaren de restrictieve en repressieve tendens ten aanzien van demonstraties leidt tot een negatief klimaat rondom de uitoefening van het demonstratierecht. Dit kan ertoe leiden dat vreedzame demonstranten ervan afzien om gebruik te maken van hun recht op vreedzaam demonstreren en het kan leiden tot verharding en ongenoegen.

Er zijn knelpunten, maar vooral in de praktijk

De onderzoekers zien wel knelpunten die zich voordoen bij demonstraties. Deze betreffen echter voornamelijk de uitvoeringspraktijk. Voorbeelden zijn:

  • het niet aanmelden van een demonstratie, waardoor autoriteiten niet op tijd passende maatregelen kunnen nemen om de demonstratie mogelijk te maken;
  • stroef of ontbrekend contact met organisatoren en demonstranten en
  • capaciteitsproblematiek bij bijvoorbeeld de politie om een demonstratie in goede banen te leiden.

Demonstraties waarbij bewust de wet wordt overtreden

Autoriteiten worstelen met demonstraties waarbij demonstranten bewust de grenzen van de wet overtreden, zoals bij snelwegblokkades. De ondervraagden geven aan dat normen geen ‘lege hulzen’ zouden moeten zijn. De demonstratievrijheid is een groot goed, maar geeft geen vrijbrief om de wet te overtreden. Internationale mensenrechtenverdragen bieden bij dit type demonstratie soms iets meer ruimte voor (strafrechtelijk) optreden dan Nederlandse rechters nu nemen. Dat neemt niet weg dat optreden (aanhouden, vervolgen, veroordelen) en sancties altijd proportioneel moeten zijn. Verder constateren de onderzoekers dat de wettelijke grondslag voor strafrechtelijk optreden tegen dergelijke demonstraties soms kwestieus is. Zij zien andere passende (bestuursrechtelijke) methoden van aanpak, die nu nog niet of nauwelijks worden benut.

Demonstraties waarbij andere fundamentele rechten in het gedrang komen

Bij demonstraties waarbij andere fundamentele rechten in het gedrang kunnen komen, bestaat in de rechtspraktijk een vraag naar meer duidelijkheid over wanneer die demonstraties kunnen worden beperkt ter voorkoming of bestrijding van wanordelijkheden. Het gaat hier met name over demonstraties bij abortusklinieken. De onderzoekers wijzen in het rapport op het bestaan van Duitse bufferwetgeving uit 2024, die het belemmeren van kliniekbezoekers rondom abortusklinieken verbiedt. Mogelijk bieden de recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 december 2025  (gewezen na afronding van het rapport) al voldoende soelaas voor deze problematiek.

Zowel overheid als burger dienen zorgvuldig om te gaan met demonstratierecht

De onderzoekers stellen dat de demonstratievrijheid fundamenteel is in een democratische rechtsstaat. Daarbij is het belangrijk dat iedereen zich houdt aan de democratische afspraken die hiervoor gelden. Dit betekent dat de overheid zorgvuldig omgaat met het demonstratierecht en met de begrenzing daarvan. Van burgers mag worden verwacht dat zij zich bij hun protesten houden aan de wettelijke regels. Zij maken immers zelf gebruik van het democratische systeem waar die regels onderdeel van zijn.

Bij dit rapport schreef het WODC deze aanbiednota.