Deelsessies over toekomstige ontwikkelingen

In deze ronde waren er sessies over geschilbeslechting in de toekomst, dark number schattingen, Artificial Intelligence en het interpreteren van modellen, virtuel reality-toepassingen in de forensische zorg en over de verzekerbaarheid van veiligheid en de rol daarin van overheid, verzekeraars en samenleving. Er was ook een paneldiscussie over lokale aanpak van georganiseerde criminaliteit. En een workshop ‘kernboodschap formuleren: zo onthoudt je publiek wat jij belangrijk vindt’. Van één van de sessies staat hieronder een impressie.

Impressie over deelsessie ‘Mensenrechten en beleidsevaluaties’

In een tijd waarin maatschappelijke vraagstukken als nativisme en migratie, economische belangen en duurzaamheid met elkaar concurreren, en het vertrouwen van burgers in de overheid afneemt, wordt de relatie tussen criminologie en mensenrechten steeds relevanter. Tijdens de derde ronde werden we door André van der Laan (WODC & Universiteit Leiden), Willem-Jan Verhoeven (WODC) en Ton Liefaard (Universiteit Leiden) meegenomen in het belang van het integreren van mensenrechten al in evaluatieonderzoek, met name bij de evaluatie van de praktijk waarin politie- en justitieel beleid wordt toegepast.

Mensenrechten in criminologisch onderzoek

Het evalueren van justitiebeleid is gebruikelijk. Daarbij gaat het onder meer over de vraag of het beleid doelmatig of doeltreffend is. Daarbij is het ook belangrijk om naar de onbedoelde gevolgen van beleid te kijken. Omdat justitiebeleid ingrijpt op rechten en plichten van burgers is het de vraag of in evaluaties van dat beleid het naleven van mensen- en kinderrechten in de praktijk ervan niet standaard moet worden meegenomen.

Casus adolescentenstrafrecht

André van der Laan illustreerde met een casus waarom het evalueren van mensen- en kinderrechten in het adolescentenstrafrecht van belang is. Jongvolwassenen zijn oververtegenwoordigd in criminaliteit. Het adolescentenstrafrecht is een ontwikkelingsgerichte vorm van sanctioneren en biedt vanuit de theorie mogelijkheden dat kinderrechten worden gerespecteerd. De toepassing ervan blijkt echter bij jongvolwassenen niet gepaard te gaan met recidivereductie. In de praktijk blijken knelpunten te zijn in het kunnen bieden van gelijke kansen op resocialisatie (zoals jeugdhulp), ook blijkt het proces niet altijd begrijpelijk voor de jongvolwassenen wat ook weer knelpunten kan opleveren voor een eerlijk en effectief proces. Deze bevindingen wijzen erop dat het relevant is om in een evaluatie van justitiebeleid niet alleen rekening te houden met of het beleid doeltreffend is, maar ook of er onbedoelde gevolgen optreden zoals knelpunten in het naleven van mensen- en kinderrechten.

Recht op een Eerlijk Proces Gewaarborgd?

Willem-Jan Verhoeven benadrukte in zijn betoog dat wetgeving alleen niet voldoende is om het recht op een eerlijk proces te waarborgen; het handelen van betrokken partijen is even belangrijk. Beargumenteerd kan worden dat de Wet raadsman bij het politieverhoor de rechtspositie van aangehouden verdachten verbetert en daarmee een bijdrage levert aan het beschermen van het recht op een eerlijk proces. Empirisch onderzoek laat echter zien dat er een kloof bestaat tussen het handelen dat volgens de wet van opsporingsambtenaren en advocaten wordt verwacht en het daadwerkelijk handelen in de praktijk. Dit zorgt ervoor dat het recht op een eerlijk proces niet in alle gevallen voldoende is gewaarborgd.

Reflectie: Het belang van een kinderrechtenkader

Ton Liefaard reflecteerde op beide presentaties. In zijn reflectie benadrukte hij het belang van het kinderrechtenkader. Er moet meer aandacht zijn voor kinderrechten in evaluatieonderzoek, met een focus op het waarborgen van rechtsbijstand. Het discours rond mensen- en kinderrechten moet concreter worden gedefinieerd bij het opstellen en aanpassen van beleid.

Tot slot

Al met al tonen deze onderzoeken aan dat bij de evaluatie van beleid het ook belangrijk is standaard de onbedoelde gevolgen ervan te evalueren ook op criteria specifiek voor dat beleid. Politie- en justitiebeleid grijpen in op rechten en plichten van burgers, al dan niet verdacht of veroordeeld. Voor een evidence based politie- en justitiebeleid is het dan ook belangrijk om naast standaardcriteria als effectiviteit of doelmatigheid, ook het naleven van mensen- en kinderrechten in de praktijk als criterium op te nemen.