Effect afspraken tegen agressie en geweld in publieke sector kan groter
In 2010 zijn afspraken tussen politie en OM vastgelegd over agressie- en geweldszaken tegen werknemers met een publieke taak. Dit om te komen tot eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van deze zaken. Uit onderzoek blijkt dat de afspraken daar positief aan bijdragen, maar dat er ook knelpunten zijn in de uitvoering. Zo is de informatievoorziening aan slachtoffers beperkt en kan de betrokkenheid van hun werkgevers beter. Ook wisselt de kwaliteit en snelheid van het aangifteproces en is er onduidelijkheid over (deels) anoniem aangifte doen. Dit onderzoek is inmiddels de derde evaluatie van de afspraken. Het biedt verschillende handvatten om de knelpunten aan te pakken. Om het effect van de afspraken te vergroten, is het nodig dat die worden opgepakt.
Dit onderzoek, uitgevoerd door DSP in opdracht van het WODC, is een beknopt vervolg op de uitgebreide evaluatie in 2020. Het biedt geen volledig beeld van de toepassing van de afspraken, ook wel Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) genoemd. Het biedt enkel inzicht in de ervaringen met de ELA. Er is voor deze aanpak gekozen, omdat er met de aanbevelingen uit de vorige evaluatie weinig is gebeurd. Directie aanleiding voor dit vervolgonderzoek was een toezegging aan de Tweede Kamer om te onderzoeken of de ELA moeten worden doorontwikkeld.
Knelpunten bij uitvoering ELA
- Slachtoffers hebben vaak onvoldoende inzicht in het verloop van hun zaak en weten niet waar ze terecht kunnen voor meer informatie. De communicatie vanuit het OM die zij wel ontvangen, is te algemeen en mist een persoonlijke benadering.
- Er zijn in de ELA nog geen afspraken opgenomen over de rol van werkgevers van slachtoffers in het aangifteproces. Zij verwachten vaak teveel van aangiftes en zijn teleurgesteld in de duur en uitkomst ervan. Soms doen zij zelf aangifte zonder instemming van het slachtoffer.
- De aangifteprocedure bij de politie verschilt per locatie en per afhandelende agent. Sommige slachtoffers ervaren hoge drempels bij het doen van aangifte, bijvoorbeeld als deze veel tijd kost en er discussies ontstaan over de invulling ervan.
- Het is mogelijk om onder bepaalde voorwaarden aangifte te doen zonder dat het adres van het slachtoffer wordt vastgelegd. Dit kan echter alleen in gevallen waarin geen beperkingen volgen uit de wet. Zo is het weglaten van het adres bijvoorbeeld niet mogelijk wanneer het slachtoffer thuis is bedreigd en dit het plaats delict is. Hierover bestaat onduidelijkheid en dit kan leiden tot teleurstelling bij het slachtoffer.

Mogelijke handvatten om knelpunten aan te pakken
Uit gesprekken met politie, OM, werkgevers, slachtoffers en andere belanghebbenden kwamen onder andere deze punten naar voren:
- Ontwikkel ter versterking van de informatievoorziening een gestandaardiseerd informatieblad voor slachtoffers en werkgevers, met duidelijke richtlijnen over aangifte, vervolgstappen en juridische rechten en mogelijkheden.
- Publiceer een overzicht van juridische mogelijkheden en beperkingen over het doen van (deels) anonieme aangifte. Zodat slachtoffers beter weten wat hun opties zijn.
- Introduceer een protocol waarin de verantwoordelijkheden van de werkgevers worden vastgelegd, met specifieke aandacht voor ondersteuning bij aangifte, melding en nazorg.
- Laat vaker aan werkgevers weten dat zij ook alleen melding in plaats van aangifte kunnen doen.
- Zet ook in op niet-strafrechtelijke interventies zoals stopgesprekken.
Investering in gerichte verbeteringen van de ELA kan bijdragen aan een snellere en betere vervolging van agressie en geweldsincidenten en wellicht het voorkomen van nieuwe incidenten. En het kan ook zorgen voor meer rechtsvaardigheidsgevoel bij de slachtoffers.