De ‘Kwaliteitseis Doenvermogen’ is oorspronkelijk bedoeld als waarborg dat beleid rekening houdt met het doenvermogen van burgers en bedrijven. Die moeten beleid, wet- en regelgeving niet alleen begrijpen, maar er ook naar kunnen handelen. Wat onder ‘doenvermogen’ kan worden verstaan, blijkt wel zeer uiteenlopend te zijn. Dat bemoeilijkte het evalueren van de kwaliteitseis. Uit onderzoek blijkt dat departementen en uitvoeringsorganisaties heel wisselend met doenvermogen omgaan. 

Lees het volledige rapport

Onderzoeksbureau EMMA evalueerde de kwaliteitseis doenvermogen, in opdracht van het WODC, en concludeert dat er niet gesproken kan worden van een eenduidig plan dat ten grondslag ligt aan de kwaliteitseis. Zonder eenduidig plan is het lastig om vast te stellen wat ervan wordt gerealiseerd. Het onderzoek geeft daarom een weergave van wat er onder de noemer van doenvermogen in de beleidsontwikkeling gebeurt. De onderzoekers zien dat er verschillende goede initiatieven zijn genomen voor de burger onder de naam doenvermogen.

Beeld: © Rijksoverheid/Inge van Mill

Omgang met doenvermogen

Uit interviews blijkt dat departementen en uitvoergingsorganisaties heel wisselend met doenvermogen omgaan. Het kan in brede zin worden ingevuld als aanduiding voor grotere doelen, zoals het (weer) centraal stellen van de burger en een betrouwbare overheid zijn. Maar ook in smalle zin bij grote en meer ingrijpende beleidstrajecten, waar het gelijk staat aan doenlijk en daarmee kwalitatief goed beleid. En soms wordt de kwaliteitseis doenvermogen alleen gezien als verplichte toets, laat in een beleidstraject.

Welk belang onderzochte organisaties aan doenvermogen geven, lijkt afhankelijk te zijn van een samenspel van de cultuur binnen een organisatie, de sturing op het onderwerp en de interpretatie van het begrip doenvermogen. Wat gezien wordt als tijdige, passende en nadrukkelijke toepassing van de kwaliteitseis, verschilt ook per organisatie. De kwaliteitseis is onderdeel van het Beleidskompas, dat gebruikt moet worden bij de start van nieuwe beleids- of wetgevingstrajecten. Het Beleidskompas is vorig jaar geëvalueerd.

Aanbevelingen over de Kwaliteitseis Doenvermogen

Voordat aanbevelingen van de onderzoekers ten aanzien van de kwaliteitseis doenvermogen kunnen worden opgepakt, moet eerst duidelijk zijn of het gaat om het doenlijker maken van beleid of toch om een veel ruimer doel, waarmee beleid schappelijker wordt voor burgers en bedrijven. Dat bepaalt namelijk welke instrumenten noodzakelijk zijn en of de kwaliteitseis het meest passend is.

Als de conclusie volgt dat de kwaliteitseis inderdaad nodig is, dan moet er een duidelijke norm komen waaraan beleid en wetgeving moeten voldoen. Die is er nu niet. Gezien de vele interpretaties die aan de term doenvermogen worden gegeven en de onduidelijkheid die daardoor over deze term is ontstaan, lijkt het beter om deze te vervangen door een term die meer concreet aangeeft wat wordt verwacht van de kwaliteitseis, zo stellen de onderzoekers.

Oorsprong Kwaliteitseis Doenvermogen

Deze kwaliteitseis was het directe gevolg van de kabinetsreactie op een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in 2017: ‘Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid’. Het rapport beschrijft aan de hand van (sociaal-) psychologische inzichten hoe burgers lange tijd door de overheid zijn overvraagd op hun doenvermogen. Daarmee introduceerde de WRR een nieuw concept dat vrijwel meteen breed werd omarmd door de overheid.