Hoe denkt de Nederlandse bevolking over gokken en enkele voorgenomen wijzigingen in het kansspelbeleid, zoals de verhoging van de minimum leeftijd naar 21? Uit een enquête onder de Nederlandse bevolking blijkt dat onder Nederlanders groot draagvlak bestaat voor meer bescherming van jongeren tegen de risico’s van gokken, ook onder jongere spelers zelf. Vier procent van de spelers gaf aan dat zij door hun gokgedrag problemen kregen of daar risico op liepen. Vooral online gokkers ervaren relatief vaak negatieve consequenties van hun gokgedrag. Veel spelers zijn onbekend met hulporganisaties en er heerst schaamte op gokproblemen.

Lees het hele rapport

Dit zijn enkele uitkomsten van een onderzoek dat Ipsos I&O uitvoerde in opdracht van het WODC. Het onderzoek geeft inzicht in  de kijk van Nederlanders op gokken en het kansspelbeleid. Ook brengt het onderzoek het speelgedrag van deelnemers aan kansspelen (zowel online als op een fysieke locatie, met uitzondering van loterijen) in beeld, zoals welke negatieve gevolgen zij ondervinden van deelname aan kansspelen en in welke mate. De uitkomsten van het onderzoek dragen bij aan de ontwikkeling van beleid  dat volgt uit de vernieuwde visie op kansspelen van de staatssecretaris van Rechtsbescherming.

Draagvlak voor bescherming

Een grote meerderheid (85%) van de Nederlandse bevolking is voorstander van het idee om de leeftijdsgrens voor deelname aan kansspelen te verhogen naar 21 jaar, zowel voor online kansspelen als kansspelen op fysieke locaties, zoals casino’s en speelhallen. Ook onder jongeren onder de 21 is een ruime meerderheid hier voor. Daarnaast steunt 88% van de Nederlandse bevolking strengere regels voor kansspelen met een hoog risico op gokschade.

Beeld: © Pixabay

Ervaren gokproblematiek

De meeste spelers kwamen naar eigen zeggen niet in de problemen door het gokken. Vier procent gaf aan dat zij wel problemen kregen of daar risico op liepen. Onder de groep 21- tot en met 23-jarigen en onder online spelers ligt dat percentage hoger, namelijk op 9%. Online spelers ervaren relatief vaak negatieve consequenties,  rond werk, studie of op financieel en sociaal vlak. Zo zegt één op de twintig spelers dat ze door hun eigen gokgedrag wel eens spaargeld gebruikten, minder slapen of liegen tegen hun partner, vrienden of familie.

Onbekendheid met hulporganisaties

De meeste spelers zijn niet bekend met organisaties die hulp bieden bij gokproblemen, zoals het Loket Kansspel (nu: Openovergokken.nl) of CRUKS (ook wel: Gokstop). Slechts een kleine groep weet precies wat deze hulporganisaties doen of had er wel eens contact mee. Alleen de bekendheid van Stichting 113 (zelfmoordpreventie) is wat groter. In een ander recent WODC-onderzoek naar gokschade werd al aanbevolen om de bekendheid van hulporganisaties en loketten te vergroten.

Schaamte over gokproblemen

De meeste Nederlanders (93%) zeggen zich te schamen als ze door gokken in de problemen zouden komen, en 79% denkt dat de meeste mensen neerkijken op iemand met gokproblemen. Driekwart (74%) zou het voor andere mensen proberen te verbergen als ze zelf door gokken in de problemen zouden raken. Toch zegt ook 66% te verwachten wel hulp te zoeken als ze in gokproblemen zouden raken. Ook spelers zelf ervaren geen hogere drempel om hulp te zoeken.

Maatschappelijk belang onderzoek

Dit onderzoek raakt aan belangrijke punten uit de nieuwe visie op kansspelen, zoals het verhogen van de minimumleeftijd voor deelname en het voorkomen en tegengaan van gokschade. Daarmee biedt het onderzoek een wetenschappelijke onderbouwing om wet- en regelgeving aan te scherpen. Via die weg draagt het onderzoek bij aan bescherming van burgers tegen gokschade en om verantwoord te gokken mogelijk te maken voor burgers die dat willen.

Bij dit rapport schreef het WODC deze aanbiednota.