Verdiepend onderzoek meisjescriminaliteit

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3555
Type WODC-intern onderzoek

Samenvatting

Eerder onderzoek door het WODC, in samenwerking met de Vrije Universiteit, heeft onder andere risico- en beschermende factoren van delinquente meisjes in kaart gebracht, evenals delinquentie door meisjes in de algemene populatie en welke overwegingen er zijn bij professionals ten aanzien van verdenking, vervolging en veroordeling van meisjes (M.G.C.J. Beerthuizen, C. Stoeldraaijers, K. Zeijlmans, A. Slotboom en A.M. van der Laan, Meisjescriminaliteit ; een onderzoek naar de kenmerken en risicofactoren van delinquente meisjes en jonge vrouwen in algemene, politie- en justitiële populaties, WODC, 2023). Uit dat onderzoek is gebleken dat meisjes van jongens verschillen in delictgedrag en risicokenmerken, maar ook dat er bij professionals in de strafrechtketen mogelijk minder kennis is over meisjes, doordat zij in hun dagelijkse werkzaamheden weinig met deze groep te maken hebben. Er zijn in dat onderzoek aanbevelingen gedaan, waaronder om te investeren in de evidence based kennis over delinquente meisjes. Door de minister voor Rechtsbescherming is hierop in het Commissiedebat van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid op 31 mei 2023 toegezegd de mogelijkheden te verkennen voor nader onderzoek naar de (laatste ontwikkelingen in) deze dadergroep, evenals welke interventies delictgedrag kunnen voorkomen (Tweede Kamerstukken, Vergaderjaar 2022-2023, 28741, nr. 105).
Hierbij aansluitend heeft dit onderzoek twee onderzoeksdoelen. Het eerste doel (I) is om met een onderzoek naar de meest recente ontwikkelingen over meisjes en jonge vrouwen (12 tot en met 27 jaar) die met justitie in aanraking zijn gekomen wegens het plegen van een misdrijf, inzicht te verwerven in hun delinquente gedrag en wat hun achtergrondkenmerken zijn. Daarnaast is het doel (II) om aan de hand van de internationale wetenschappelijke literatuur in kaart te brengen welke interventies er beschikbaar zijn ter voorkoming van crimineel gedrag bij meisjes en jonge vrouwen en in hoeverre deze interventies toepasbaar zijn in Nederland.