Voorbereiding van evaluatie Innovatiewet Strafvordering

Het Wetboek van Strafvordering wordt gemoderniseerd. Voorafgaand aan de inwerkingtreding wordt via de Innovatiewet Strafvordering het wetboek op enkele onderdelen aangepast. Zo kunnen verschillende organisaties, zoals de politie, het OM en de Rechtspraak in pilots al ervaring opdoen met deze onderdelen. Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat de pilots door het WODC worden geëvalueerd. In dit werkdocument wordt die evaluatie voorbereid.

Voor alle pilotprojecten is het de bedoeling dat uiteindelijk wordt nagegaan of de voorgenomen wettelijke regeling volstaat of dat bijstelling of aanvulling nodig is. Bij verschillende onderwerpen is ook de vraag of flankerende maatregelen nodig zijn, zoals aanpassing van werkprocessen of aanvullende investeringen. En wat de financiële uitvoeringsconsequenties zijn die voortvloeien uit de voorgenomen wettelijke regeling in het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Dit werkdocument bevat een analyse van de beleidslogica achter de genoemde pilots. Daarnaast biedt het een inventarisatie van indicatoren aan de hand waarvan de pilots kunnen worden gemonitord en geëvalueerd. Tot slot bevat het een nulmeting.

Onderwerpen uit de Innovatiewet Strafvordering

De Innovatiewet Strafvordering regelt de volgende onderwerpen:

  • Introductie van een voorziening voor de rechter in eerste aanleg of hoger beroep om de Hoge Raad prejudiciële vragen (vragen om uitleg van een rechtsregel) te kunnen stellen in strafzaken; 
  • in het kader van de opsporing het mogelijk maken meer gegevens te onderzoeken na inbeslagneming van een geautomatiseerd werk (bijvoorbeeld smartphone);
  • het aanmerken van een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid als een wettig bewijsmiddel;
  • de mogelijkheid dat een aantal lichtere opsporingsbevoegdheden door de hulpofficier van justitie kunnen worden uitgeoefend; 
  • op welke wijze mediation kan plaatsvinden na aanvang van een onderzoek op de terechtzitting.