Invloed recente wetgeving op vrijheidsstraffen

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3550
Type Extern onderzoek
Betrokken organisatie(s) VU - Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Samenvatting

In de afgelopen jaren zijn verschillende wetten ingevoerd om de maximum gevangenisstraf te verhogen. Zo is de maximumgevangenisstraf voor doodslag verhoogd van vijftien naar vijfentwintig jaar. En komt een veroordeelde niet meer automatisch in aanmerking voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) van maximaal één derde van de gevangenisstraf, maar geldt voor de langer gestraften een maximale v.i. van twee jaar zijn.
In dit onderzoek wordt, op verzoek van de Eerste Kamer (Eerste Kamerstukken, Vergaderjaar 2022-23, 35871, D), nagegaan wat de gevolgen zijn van deze stapeling van strafverhogingen in Nederland voor de detentieduur; de tijd die in de gevangenis wordt doorgebracht. Verder wordt onderzocht wat de gevolgen zijn voor de wetssystematiek, d.w.z.: het systeem van de straffen in onderling verband (bijvoorbeeld: hoe doodslag zich verhoudt tot ernstige mishandeling die leidt tot de dood). Ook wordt gevraagd aan officieren van justitie, rechters en de reclassering wat zij ervaren in de praktijk. Ten slotte zal in een aantal ons omringende landen worden nagegaan of, en zo ja welke strafmaxima zijn verhoogd en wat de achterliggende redenen zijn. 
Tijdens het debat in de Eerste Kamer was het eerder in opdracht van het WODC uitgevoerde onderzoek naar verhoging van het strafmaximum moord mede aanleiding tot het verzoek om het uitvoeren van dit onderzoek (J.S. Nan, S. Struijk, P.A.M. Mevis en N.L. Holvast, Verhoging strafmaximum bij moord: is veertig het nieuwe dertig? Erasmus Universiteit Rotterdam, 2019).