| Projectnummer | 3582 |
|---|---|
| Type | Extern onderzoek |
| Betrokken organisatie(s) | Pro Facto |
Samenvatting
Het Openbaar Ministerie (OM) kan sinds 2008 door middel van strafbeschikkingen voor veel voorkomende stafbare feiten zelf een straf opleggen, zoals een boete, taakstraf of schadevergoeding. OM-strafbeschikkingen zijn onder meer ingevoerd om bij te dragen aan een snelle afdoening van strafzaken en daarmee de overbelasting van de strafrechtketen tegen te gaan. Dit doet echter niet af aan het evenzeer aanwezige belang van een zorgvuldige strafrechtelijke procedure waarin op een passende wijze wordt omgegaan met betrokken burgers, zowel verdachten als slachtoffers. Door critici zijn vragen opgeworpen ten aanzien van onder meer de afwezigheid van passende waarborgen voor de verdachte. Die gaan bijvoorbeeld over rechtsbijstand en toereikende mogelijkheden tot verzet bij een onafhankelijke rechter binnen de procedure van de OM-strafbeschikking. Kritiek is er ook op de mate waarin slachtoffers worden betrokken bij de OM-strafbeschikkingsprocedure in vergelijking met de betrokkenheid bij een strafzaak die door de rechter wordt afgedaan. Tegelijkertijd zijn door de jaren heen verschillende aanbevelingen gedaan om de procedure te verbeteren en hebben deze tot aanpassingen geleid in de praktijk en wettelijke regelingen. De combinatie van kritiek en ontwikkelingen omtrent de procedure maken dat het wenselijk is om te verkennen hoe de procedure op dit moment wordt ervaren door procesdeelnemers. Hierbij gaat het zowel om burgers als professionals.
Het doel van dit onderzoek is daarom een verkennend onderzoek uit te voeren naar de ervaring van procesdeelnemers waaruit een globaal inzicht kan worden afgeleid. Dit inzicht kan bijdragen aan het verbeteren van de procedure rondom de OM-strafbeschikking.