Evaluatie onderzoek Wet herziening beslag- en executierecht

Samenvatting

De evaluatie betreft de vanaf 1 januari 2020 gefaseerd in werking getreden Wet herziening beslag- en executierecht. Het beslag- en executierecht gaat over de tenuitvoerlegging van vonnissen van de rechter (executoriale titels). Het maakt het mogelijk om een gerechtelijke beslissing gedwongen ten uitvoer te laten leggen (‘executie’) in het geval de schuldenaar hier niet uit eigen beweging aan voldoet. De meeste geschillen gaan over geldvorderingen. Met de executoriale titel kan de schuldeiser naar de deurwaarder gaan om (executoriaal) beslag te laten leggen op vermogensbestanddelen van de schuldenaar, zoals de bankrekening, het loon of de uitkering van een consument of het bedrijfspand of inventaris van een bedrijf. 
Het doel van de wetsherziening was: 1. om te voorkomen dat een schuldenaar door het beslag niet meer in zijn bestaansminimum kan voorzien; 2. om het beslag- en executierecht efficiënter en eenvoudiger te maken; en 3. om te voorkomen dat een beslag puur als pressiemiddel wordt gebruikt, terwijl van tevoren te verwachten is dat het beslag minder opbrengt dan dat het kost. Daarom is het beslag- en executierecht op een aantal punten gewijzigd. Er is onder andere een beslagvrij bedrag bij beslag op een bankrekening ingevoerd. 
Het doel van de evaluatie is onderzoeken hoe de wet in de praktijk werkt, of de gestelde doelen in de praktijk zijn gehaald en of de ervaringen met de wet aanleiding geven tot wijziging van de wet. Uitkomsten kunnen door de wetgever worden gebruikt voor mogelijke verbetering van de wettelijke regeling.

Dit is nog een voorgenomen onderzoek. We zullen het aangeven als het onderzoek daadwerkelijk van start gaat.