Documenteneis belangrijkste obstakel bij naturalisatie van 8500 pardonvergunninghouders

Wie zijn de mensen die in 2007 volgens een pardonregeling een verblijfsvergunning kregen, maar die nog niet genaturaliseerd zijn? En waarom lukt het hen niet om Nederlander te worden? Dat bracht het WODC in kaart naar aanleiding van verschillende moties in de Tweede Kamer. Zo’n 28.000 mensen kregen destijds een verblijfsvergunning als gevolg van de Regeling ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Ranov). Maar het blijkt voor een deel van hen lastig om ook echt Nederlander te worden. Opnieuw blijkt de eis dat zij een paspoort en geboorteakte overleggen het belangrijkste probleem.

In de periode 2007-2009 ontvingen 28.000 vreemdelingen een reguliere verblijfsvergunning in het kader van de Ranov-regeling. Het ging hier om mensen die onder de oude Vreemdelingenwet een asielaanvraag hadden ingediend en sindsdien ononderbroken in Nederland verbleven, zonder een permanente verblijfsvergunning te ontvangen. Zij hoefden hiervoor geen paspoort of geboorteakte uit het land van herkomst te verstrekken. Sinds 2012 komen deze mensen in principe in aanmerking voor het Nederlanderschap. Maar sinds 2009 is daarvoor wel een geldig paspoort en geboorteakte vereist. Hiervan kan worden afgeweken wanneer er ‘bewijsnood’ is, maar aantonen dat daar sprake van is, is moeilijk.

Wel een verblijfsvergunning, geen Nederlander

Veel van de Ranov-vergunninghouders zijn inmiddels al zo’n twintig jaar in Nederland en ondervinden last van het feit dat ze geen Nederlander kunnen worden. Verschillende instanties, waaronder het WODC en de Nationale Ombudsman, hebben eerder onderzoek gedaan naar deze groep en de obstakels die zij ervaren: zij hebben geen absolute zekerheid over hun verblijfsrecht, kunnen sommige beroepen niet uitvoeren  (politieagent, rechter), kunnen moeilijker op reis (omdat ze geen visum krijgen) en hebben geen stemrecht. Daarnaast zijn er emotionele redenen: zo’n 80 procent voelt zich Nederlander.

Groep niet-genaturaliseerden

Volgens cijfers van de IND is van de 28.307 mensen die in de periode 2007-2009 een Ranov-vergunning kregen nu zo’n 60 procent Nederlander. Van de Ranov-vergunninghouders die nu nog niet genaturaliseerd zijn, heeft de overgrote meerderheid (ruim 90 procent) (nog) geen naturalisatieverzoek ingediend. Bij ruim 7 procent is het naturalisatieverzoek afgewezen en in 2 procent was er nog geen besluit over genomen. Meer dan 80 procent van de Syriërs, Afghanen en Somaliërs is genaturaliseerd. Voor hen was er een (tijdelijke) vrijstelling van de documenteneis. Onder Kazachse, Russische en Chinese Ranov-vergunninghouders daarentegen ligt het percentage genaturaliseerden onder de 30 procent.

Verschil van inzicht over haalbaarheid documenteneis

Uit gesprekken met experts komt naar voren dat er een verschil in inzicht bestaat tussen maatschappelijke organisaties, advocaten en academici aan de ene kant en de IND aan de andere kant over de haalbaarheid van het verkrijgen van documenten uit het land van herkomst. De eerste groep vindt dat er meer moet worden uitgegaan van wat je in redelijkheid van mensen kunt verwachten ten aanzien van het verkrijgen van documenten en niet alleen van wat er in theorie mogelijk zou zijn.