Recidivisten van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven krijgen meestal langduriger detentie

Als ernstige gewelds- en zedenmisdrijven, zoals moord, doodslag en verkrachting, meerdere malen worden gepleegd, leidt deze recidive doorgaans tot zwaardere bestraffing, vooral een langdurige(r) detentie. Maar dit is niet altijd zo. De strafrechter weegt allerlei factoren mee, zoals de ernst van het misdrijf en de omstandigheden rondom de dader. Daardoor kan een recidivist een relatief lage straf krijgen. De motivering van de straf door de rechter is daarom belangrijk. Dat blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van het WODC.

Aanleiding voor dit onderzoek was een motie uit de Tweede Kamer waarin de minister voor Rechtsbescherming werd verzocht na te gaan of er een strengere en vooral een langduriger straf wordt opgelegd na meer ernstige geweldsmisdrijven. In dit onderzoek is gekeken of recidive bij ernstige gewelds- en zedenmisdrijven leidt tot het daadwerkelijk opleggen van een zwaardere straf door strafrechters, met name of dit leidt tot een langdurige(r) detentie.

Aard van strafvermeerdering

Veelal wordt er bij een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De strafvermeerdering bij recidive bestaat voor een groot deel uit het opleggen van meer dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Rechters kiezen bij meervoudige recidive vaak ook voor een maatregel zoals terbeschikkingstelling (tbs) of plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (isd). Het is dus niet altijd een kwestie van zwaarder of langer straffen, maar ook van anders straffen.

Niet altijd strafvermeerdering

Er bestaan grote verschillen in de ernst van de gepleegde delicten en de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden. De persoonlijke situatie van de dader kan een grote rol spelen en de mate waarin de dader zich schuldbewust toont. De rechter dient deze aspecten mee te wegen bij het bepalen van zowel de zwaarte als de duur van de straf. Soms wegen deze zo zwaar dat een recidivist toch een relatief lage straf krijgt, en iemand die voor het eerst zo’n zwaar misdrijf pleegt (first offender) niet. Daarom moet goed aan procespartijen en de samenleving worden uitgelegd welke factoren bij de strafoplegging een rol hebben gespeeld.

Wettelijke mogelijkheid tot langduriger detentie

Uit het onderzoek blijkt dat de wet voldoende ruimte biedt om bij recidive langdurige(r) detentie op te leggen binnen de bandbreedte van de maximale straf die kan worden opgelegd. Van de wettelijke mogelijkheid om de bandbreedte in geval van recidive verder te verbreden wordt slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik gemaakt. Bij recidive geldt een wettelijke verjaringstermijn van 5 jaar, maar deze wordt door rechters vaak strikter gehanteerd dan nodig.