Cybercriminaliteit

Cybercriminelen gebruiken computers om onder meer bankrekeningen te plunderen, computers te infecteren en mensen af te persen met gestolen privézaken. Het kabinet wil meer doen om cybercriminaliteit te bestrijden. Het WODC heeft veel onderzoeken verricht op dit gebied.

Security-by-design in de vitale sector

Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) acht het verstoren of saboteren van diensten en processen waar overheden en de samenleving van afhankelijk zijn, één van de toenemende en reële cyberdreigingen. De kwetsbaarheid van Industriële Controle Systemen (ICS) hebben daarbij de bijzondere aandacht van NCSC, omdat deze zo breed worden toegepast in de Vitale Infrastructuur van Nederland. De hoofdonderzoeksvragen die ten grondslag liggen aan deze verkenning, zijn:Hoe zou Design Thinking kunnen worden toegepast in de Vitale Infrastructuur bij het veilig ontwerpen van nieuwe operationele technologie of bij het veilig verbeteren van bestaande operationele technologie, evenals bij het veilig ontwerpen van de daarmee samenhangende beheer- en gebruiksprocessen?Hoe, waar en wanneer kan Design Thinking een plaats hebben in het veilig ontwerpen van systemen?

Lees het rapport Security-by-design in de vitale sector dat eind 2020 is gepubliceerd.

Investeringen en onderzoek nodig in cybersecurity en beveiliging van de vitale infrastructuur

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) moet onderzoek doen naar en investeren in een meer proactieve aanpak van cybersecurity, waarmee risico’s of calamiteiten kunnen worden voorkomen. Dat is een aanbeveling naar aanleiding van het onderzoek Cybersecurity - a state-of-the-art-review: phase 2 van RAND Europe in opdracht van het WODC. In het onderzoek is gekeken hoe de wijze waarop cybersecurity in Nederland georganiseerd is kan worden verbeterd. Ook werd onderzocht hoe de beveiliging van vitale infrastructuur kan worden verbeterd.

Lees meer over Cybersecurity - a state-of-the-art-review: phase 2 dat eind 2020 is gepubliceerd.

Cybercriminaliteit en gedigitaliseerde criminaliteit

Jaarlijks wordt 15 procent van de Nederlanders slachtoffer van een vorm van cyber- of gedigitaliseerde criminaliteit. Daarbij kun je denken aan gehackt worden, het downloaden van een computervirus, het ontvangen van (doods)bedreigingen via WhatsApp of om slachtoffer te worden van verkoopfraude via Marktplaats.nl. Onderzoek van het WODC maakt duidelijk dat cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit in Nederland een maatschappelijk probleem is.

Het idee dat dit fenomeen alleen maar groter zou zijn geworden door de tijd heen blijkt echter niet uit de beschikbare cijfers, aangezien het slachtofferschap een lichte daling of stabiele trend laat zien. Specifieke delicten, zoals online aan- en verkoopfraude, nemen door de tijd wel toe.

Lees meer over dit onderzoek uit 2020 in Aard en omvang van dader- en slachtofferschap van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit in Nederland.

Cyberdaders: uniek profiel, unieke aanpak?

De wetenschappelijke kennis over cyberdaders was beperkt, anekdotisch, verouderd en versnipperd. In onderzoek dat het WODC liet uitvoeren is op meer systematische wijze kennis verzameld over de kenmerken en profielen van jeugdige en volwassen daders van cybercriminaliteit, om inzichten te bieden in wat hierbij passende en effectieve interventies zijn.

Het onderzoek laat zien dat er veel variatie is binnen de dadergroep. Er zijn wel kenmerken die relatief vaker voorkomen bij cyberdaders dan bij traditionele daders, zoals onder meer leergierigheid, perfectionisme, behoefte aan erkenning, sociale onhandigheid. Een van de aanbevelingen uit het onderzoek is dat er meer en beter op maat gesneden verdiepingsdiagnostiek kan plaatsvinden bij beslissingen over (strafrechtelijke) interventies voor cyberdaders.

Lees meer over dit onderzoek van 2019 in Cyberdaders: uniek profiel, unieke aanpak?

Landelijk dekkend stelsel cybersecurity

In een optimale situatie heeft elke partij in Nederland toegang tot de cybersecurity-informatie waar hij behoefte aan heeft. Partijen weten waar ze terecht kunnen in geval van vragen over of problemen met cybersecurity. Het WODC liet onderzoek uitvoeren met daarin de volgende vraag centraal: welke doelgroepen worden nu nog niet bereikt, op welke wijze zou dat wel lukken en wat moet daar concreet voor gebeuren? De onderzoekers vergeleken het Nederlandse cybersecuritystelsel ook met Engeland, Frankrijk en Duitsland.

Een van de bevindingen is dat een landelijk dekkend stelsel steeds verder wordt verwezenlijkt, maar dat met name de mkb’s en zzp’ers nog onvoldoende op de hoogte zijn van waar ze terecht kunnen met vragen over of problemen met cybersecurity.

Lees meer in het onderzoeksrapport van 2020 Informatie-uitwisseling landelijk dekkend stelsel cybersecurity.

Onrechtmatige online content

Hoewel 15 procent van de Nederlanders ervaring heeft met schadelijke content die hen persoonlijk raakt, zoals bedreigingen, privacy-inbreuken en wraakporno, overweegt slechts 1,4 procent juridische stappen te zetten. Het WODC liet in 2020 de juridische en praktische haalbaarheid onderzoeken van een voorziening voor de verwijdering van onrechtmatige online content die mensen persoonlijk raakt. Het doel van de voorziening is om mensen in staat te stellen deze onrechtmatige online content zo snel mogelijk te verwijderen.

De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat er geen uniforme oplossing bestaat, maar dat er wel veel winst te halen valt bij het inrichten van een centraal kenniscentrum of meldpunt. ‘Een gelaagd aanbod van informatie – aan rechtszoekenden zelf én aan juristen die hen hulp en bijstand verlenen is hierbij cruciaal’, volgens het rapport.

Lees meer over dit onderzoek uit 2020 in Voorziening voor verzoeken tot snelle verwijdering van onrechtmatige online content.

Spioneren met hobbydrones en andere technologieën door burgers

Miniatuurcamera's, afluisterapparatuur, drones en locatietrackers: de brede beschikbaarheid van dit soort producten op de markt, en het feit dat ze steeds goedkoper worden, heeft geleid tot een toename van mogelijkheden tot spionage in onze samenleving. Het WODC liet onderzoeken hoe het gebruik van hobbydrones en spionageproducten door burgers beter kan worden gereguleerd, zodat de privacy van de burger beter wordt beschermd.

In het onderzoeksrapport van 2020 staat een beknopte selectie van de belangrijkste regelgevingsopties die de Nederlandse wetgever kan aannemen. Een daarvan is dat kan worden gekeken of producten kunnen worden verboden, met name producten met sensoren en minimicrofoons en –camera’s die in alledaagse objecten kunnen worden verstopt.

Lees meer over Spioneren met hobbydrones en andere technologieën door burgers.

Lopend onderzoek