Wat zijn de effecten van de verschillende soorten prostitutiebeleid?

De maatschappelijke en politieke discussie rond prostitutiebeleid is ontzettend beladen. Maar wat weten we eigenlijk van de effecten van ervan? Regioplan voerde op verzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onderzoek uit naar de aard en effecten van verschillende varianten van prostitutiebeleid. Dit onderzoek bestaat uit een grootschalig literatuuronderzoek, daarnaast werd gesproken met sekswerkers, slachtoffers van uitbuiting, professionals, beleidsmakers, het Openbaar Ministerie en politie.

Criminaliseren, reguleren of decriminaliseren

Criminalisering staat vooral bekend om het strafbaar stellen van klanten, sekswerkers en/of derden die sekswerk faciliteren. Daarmee beoogt dit beleid de seksbranche klein te houden en zo bijvoorbeeld mensenhandel te voorkomen. Landen die kiezen voor regulering willen sekswerk mogelijk maken, maar verbinden daar wel restricties aan. Decriminalisering stelt de seksbranche in hoge mate gelijk aan andere dienstverlenende sectoren. Interessant genoeg zijn er ook overeenkomsten tussen de drie beleidsvarianten. Zowel criminalisering als decriminalisering worden bijvoorbeeld ingezet om (gender)gelijkheid te bevorderen.

Het rapport gaat dieper in op de keuzes die landen maken, welke politieke waarden daaraan ten grondslag liggen en welke theoretische verwachtingen zij van maatregelen hebben.

Effecten van beleid

Over veel mogelijke effecten van prostitutiebeleid is niet veel bekend. Dit onderzoek wijst uit dat klantcriminalisering weliswaar invloed heeft op de wijze waarop de samenleving tegen sekswerk aankijkt. Maar het is onduidelijk of het ook leidt tot een afname van de vraag naar of aanbod van betaalde seks. En stel dat de vraag daalt, geldt dit dan ook voor klanten die voor problemen zorgen of juist niet? En als het aanbod daalt, geldt dit dan ook voor gedwongen sekswerkers? Steviger bewijs is er voor de gevolgen van (gedeeltelijke) criminalisering voor sekswerkers die actief blijven ondanks dat zij, hun klanten of de facilitators gestraft kunnen worden. Zij krijgen bijvoorbeeld te maken met gevolgen als klanten die zich door het verbod niet laten afschrikken, slechtere arbeidsomstandigheden, een hogere drempel voor voorzieningen en hulpverlening en zij voelen zich (nog meer) gestigmatiseerd. Decriminalisering in Nieuw-Zeeland zorgde juist voor meer ervaren autonomie onder sekswerkers. Over de effecten van regulering is het minst bekend.  

Verwachtingen in het veld

Wat men ervaart binnen de seksbranche en verwacht van maatregelen hangt erg af van de positie die iemand heeft in het maatschappelijke veld. Autonome sekswerkers en de geïnterviewde OM- medewerkers dachten bijvoorbeeld heel verschillend over hoeveel sekswerkers gedwongen werken. Daardoor verschilde hun houding ten opzichte van sekswerk en de seksbranche ook sterk en gaven zij voorkeur aan verschillende soorten maatregelen. Dit is niet vreemd als er geen betrouwbare empirische data beschikbaar zijn. Toch zijn er ook overeenkomsten tussen de visies en beelden van betrokkenen. Bijna iedereen vindt dat seksbedrijven vergunningsplichtig zouden moeten zijn, omdat het de veiligheid van de branche ten goede komt. Er blijkt echter minder draagvlak voor een vergunningsplicht voor individuele sekswerkers.