Is een verbod op kindersekspoppen mogelijk en wenselijk?

Sinds enkele jaren komt de Nederlandse douane kindersekspoppen tegen (gemiddeld zo’n 30 per jaar). Ook in andere landen is het fenomeen bekend en hoewel er momenteel geen empirisch bewijs bestaat voor de schadelijkheid van kindersekspoppen, zijn er steeds meer landen die kindersekspoppen strafbaar stellen of strafbaarstelling ervan overwegen. Maastricht University heeft in opdracht van het WODC onderzocht of een verbod op kindersekspoppen in Nederland wenselijk en mogelijk is. De conclusie is dat op deze vraag geen eenduidig antwoord kan worden gegeven.

Wat is een kindersekspop?

De onderzoekers formuleren het als een driedimensionaal voorwerp dat: 
•    (delen van) een (realistische) minderjarige (<18 jaar) moet voorstellen;
•    dat kan worden gebruikt ten behoeve van seksuele stimulatie en/of seksuele ontlading;
•    en dat – in het geval van een seksrobot – dankzij een computerprogramma enige vorm van gericht handelen kan vertonen of nabootsen.

 

Huidige mogelijkheden

De huidige internationale rechtsinstrumenten waaraan Nederland is gebonden verplichten ertoe het produceren, verspreiden, consumeren en bezitten van kinderpornografisch materiaal strafbaar te stellen. Geen van deze instrumenten verplicht de verdragsluitende staten echter expliciet om een verbod op te leggen op de invoer, de distributie, het bezit enz. van kindersekspoppen. Ook de Nederlandse wetgeving zelf biedt in de huidige vorm volgens de onderzoekers onvoldoende mogelijkheden om kindersekspoppen te verbieden. Strafbepalingen zijn beperkt en het is onduidelijk of de bepalingen daadwerkelijk van toepassing zijn op kindersekspoppen.

Wettelijk verbod in andere landen

Er is in dit onderzoek ook gekeken naar de situatie in andere landen. Australië, Duitsland en Denemarken zijn voorbeelden van landen die een expliciet verbod op bezit, etc. van kindersekspoppen in het leven hebben geroepen. In Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk (VK) en Oostenrijk is reeds bestaande wetgeving van toepassing op deze voorwerpen. In Noorwegen worden kindersekspoppen geclassificeerd als kinderpornografisch materiaal. In het VK vertrouwen wetshandhavings-instanties op douane- en obsceniteitswetgeving om personen te vervolgen voor het importeren en verspreiden van kindersekspoppen, en in Oostenrijk vallen deze voorwerpen onder de obsceniteitswetgeving.

Wenselijkheid

Er zijn in  juridisch opzicht verschillende voor- en tegenargumenten om kindersekspoppen te verbieden. Aan de hand een literatuurstudie, een rechtsvergelijking en interviews met experts is een analyse gemaakt. Op basis van deze analyse kan geen eenduidig antwoord worden geformuleerd  op de vraag of een verbod wenselijk is. De definitieve keuze zal mede afhangen van het relatieve belang dat de wetgever aan de verschillende criteria en argumenten toekent.