Hoe identificeer je zaken waarin het adolescentenstrafrecht is toegepast?

Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht ingevoerd in Nederland. Om de toepassing hiervan te kunnen monitoren is het van belang om de betreffende zaken te kunnen identificeren in de justitiële registratiesystemen. De toepassing van het adolescentenstrafrecht wordt echter niet direct in die systemen geregistreerd. Daarom worden schattingen van de toepassing gemaakt aan de hand van zogenoemde zoekregels (query’s). In dit deelonderzoek is de nauwkeurigheid onderzocht van de query’s om zaken te identificeren waarbij het adolescentenstrafrecht is toegepast.

Dit onderzoek betreft het eerste deel van de studie naar de toepassing van het adolescentenstrafrecht bij 16- tot 23-jarigen. In het tweede deelonderzoek wordt de motivering van de rechter bij de toepassing van het adolescentenstrafrecht bij 16- tot 23-jarigen onderzocht. Dit rapport wordt later dit jaar verwacht.

Waarom relevant?

Met de invoering van het adolescentenstrafrecht is het mogelijk geworden om onder voorwaarden het jeugd- en volwassenenstrafrecht flexibel toe te passen bij adolescenten die in de leeftijd van 16 tot 23 jaar een delict hebben gepleegd. Specifiek betreft het de toepassing van het volwassenenstrafrecht bij 16- en 17-jarigen (artikel 77b Wetboek van Strafrecht (77b Sr.)) en de toepassing van het jeugdstrafrecht bij 18- tot 23-jarigen (artikel 77c Sr.). Daarnaast mag de kinderrechter met de komst van het adolescentenstrafrecht feiten gepleegd in de minder- en meerderjarigheid gelijktijdig in een zaak behandelen (artikel 495, lid 4, Sv.). Het is relevant om te weten hoe vaak deze flexibele toepassing van het strafrecht wordt gebruikt. Voor justitieel beleid, maar ook voor maatschappelijke organisaties zoals UNICEF en Defence for Children en in het kader van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.