Beroepsorganisatie deurwaarders KBvG functioneert goed, maar ook enkele knelpunten

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) functioneert goed. Toch zijn er ook enkele knelpunten, zoals de vertegenwoordiging van kleinere kantoren en de verdere professionalisering van de organisatie. Dat blijkt uit de evaluatie die Pro Facto in opdracht van het WODC heeft uitgevoerd.

De KBvG is een Publiekrechtelijke Beroepsorganisatie. De Gerechtsdeurwaarderswet bepaalt dat elke vier jaar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de KBvG wordt geëvalueerd. Dit is de tweede keer sinds haar oprichting dat zo’n evaluatie plaatsvindt. In algemene zin constateren de onderzoekers dat de KBvG zich sinds de vorige evaluatie heeft doorontwikkeld bij de uitvoering van haar wettelijke taken. De ledenraad, het bestuur en de Algemene Ledenvergadering functioneren volgens hun wettelijke opdracht. De externe profilering en de samenwerking met externe stakeholders zijn beiden verbeterd.

Gerechtsdeurwaarders van kleine kantoren kritischer

Wel wordt geconstateerd dat vooral gerechtsdeurwaarders vanuit grotere kantoren zich beschikbaar stellen voor een plek in de ledenraad. Dat kan deels worden verklaard door het feit dat het lidmaatschap van de ledenraad veel tijd kost en dat er geen vergoeding tegenover staat. Die tijd kunnen leden vanuit kleinere kantoren meestal niet vrijmaken. Het zorgt ervoor dat gerechtsdeurwaarders werkzaam bij kleinere kantoren kritischer zijn op het functioneren van de KBvG. Ook ontvangt deze groep de vastgestelde verordeningen minder positief. De belangenvereniging Deurwaardersbelangen.nu spreekt zich met name om deze reden vaak kritisch uit over het functioneren van de KBvG. De onderzoekers zien kansen in het opzetten van een duurzame samenwerkingsrelatie tussen beide partijen waarin ze elkaar kunnen aanvullen.

Grens aan verdere professionalisering?

Uit de evaluatie blijkt verder dat het bureau van de KBvG, dat het bestuur en de ledenraad ondersteunt, krap bezet is. Dit staat verdere professionalisering van de KBvG in de weg. Er is echter weinig financiële ruimte om deze bezetting te vergroten. Doordat de (krimpende) beroepsgroep de volledige kosten van de KBvG moet dragen, wordt een grote uitbreiding van het bureau KBvG niet passend gevonden. Het dalende ledenaantal heeft ook consequenties voor de toekomstbestendigheid van de financiering van de KBvG. Daarbij speelt ook mee dat de sinds 2018 ingevoerde heffing voor toezicht en tuchtrecht de beroepsgroep financieel onder aanmerkelijk grotere druk zet. Daarom wordt aanbevolen de wenselijkheid van deze heffing mee te nemen in een bredere beschouwing van de financieringsstructuur van de beroepsorganisatie.

Verbeterpunten taakuitoefening

In de afgelopen periode heeft de KBvG zich verder ontwikkeld op haar taakopdracht om de vakbekwaamheid te bevorderen van gerechtsdeurwaarders. Zo is, in lijn met de aanbeveling uit de eerste evaluatie, de verordenende bevoegdheid actief gebruikt. Wel komen uit deze tweede evaluatie nog verbeterpunten voor de inhoud, de wijze van totstandkoming en evaluatie van deze verordeningen.

De kwaliteitsbevordering wordt naar tevredenheid van de beroepsgroep ingevuld. De onderzoekers bevelen wel aan om meer inzicht te geven in de uitvoering en uitkomsten van de kwaliteitstoetsen die een externe auditor tweejaarlijks uitvoert bij gerechtsdeurwaarderskantoren. 

Bovendien worden enkele aanbevelingen gedaan om de omgang met integriteitsrisico’s beter te borgen.