Nederlands beleid veilige landen van herkomst asielzoekers transparanter dan beleid van andere EU-landen

Een asielprocedure kan sneller worden afgehandeld als de asielzoeker uit een zogenoemd veilig land van herkomst* komt. Net als verschillende andere EU-lidstaten heeft Nederland een eigen lijst met landen die als veilig worden aangemerkt. De manier waarop deze lijst in Nederland tot stand komt, lijkt transparanter dan in een aantal omliggende EU-landen. Dat blijkt uit een vergelijkend onderzoek van RAND Europe, in opdracht van het WODC.

Op EU-niveau is er geen overeenstemming over een gemeenschappelijke lijst van veilige landen van herkomst. Veel lidstaten hebben daarom de afgelopen jaren eigen lijsten opgesteld. Om meer inzicht te krijgen in hoe en op welke gronden EU-landen een veilige landenlijst hanteren, is het Nederlandse beleid vergeleken met dat van Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Zweden.

Selectieproces van veilige landen niet overal duidelijk of openbaar

De Procedurerichtlijn schrijft voor welke bronnen de EU-lidstaten moeten gebruiken om te beoordelen of een land als veilig kan worden beschouwd. Deze bronnen zijn dan ook in alle onderzochte landen grotendeels hetzelfde. Ondanks het gebruik van dezelfde bronnen verschillen de lijsten veel van elkaar. Lage inwilligingspercentages van grote aantallen asielaanvragen lijken in alle onderzochte landen een rol te spelen bij het selecteren van een te beoordelen land. Toch zijn niet alle landen daarover even transparant. In Nederland zijn de inwilligingspercentages terug te vinden in Kamerbrieven, terwijl die percentages in de onderzochte landen niet expliciet worden benoemd in de onderbouwing van de beoordelingen. Daarnaast is in de onderzochte landen niet altijd duidelijk welke specifieke landen om welke redenen zijn geselecteerd. De Nederlandse onderbouwing is in dit geval transparanter.

Lengte en inhoud van lijsten varieert

Het doel van de lijst is in alle onderzochte landen hetzelfde: asielaanvragen met een lage kans op succes sneller behandelen, zodat de doorstroom in het asielstelsel verbetert. Nederland heeft met 19 landen een relatief lange lijst van veilige landen van herkomst. Alleen Oostenrijk heeft er meer landen op staan: 26. Duitsland en Zweden hebben met 8 veilige landen van herkomst de kortste lijst van alle onderzochte Europese landen met een lijst. Er zijn verschillende overeenkomsten tussen de lijsten, maar bijna elk van de onderzochte landen heeft ook landen op de lijst staan die op geen van de andere lijsten voorkomen. Verder is opvallend dat Nederland voor 13 veilige landen uitzonderingen maakt. Het gaat dan om bepaalde gebieden in dat land waar de regering weinig controle heeft of om bepaalde groepen personen, zoals lhbti’ers en journalisten. Er zijn meer EU-landen die uitzonderingen maken op de lijst, zoals Italië. In ons land oordeelde de Raad van State dat zulke uitzonderingen op basis van de Procedurerichtlijn mogelijk zijn. In de overige onderzochte landen wordt de Procedurerichtlijn echter zo geïnterpreteerd dat uitzonderingen niet mogelijk zijn.

Verschillen kunnen doormigratie beïnvloeden

Verschillen in bijvoorbeeld de opzet van beoordelingsprocessen en asielprocedures kunnen bijdragen aan de ongelijke behandeling van asielzoekers tussen de lidstaten. Deze verschillen kunnen de ‘doormigratie’ binnen de EU beïnvloeden. Dat blijkt ook uit onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut, in opdracht van het WODC, heeft uitgevoerd.

* Voor de landen van herkomst die als veilig worden beschouwd, geldt het uitgangspunt dat mensen er geen gevaar lopen op vervolging of risico op ernstige schade. Daarom komen ze meestal niet in aanmerking voor asiel. Tijdens een eenmalig gesprek met de IND kan de asielzoeker, afkomstig uit een veilig land van herkomst, de reden vertellen voor de asielaanvraag. Na het gesprek neemt de IND een beslissing. De IND kan aan asielzoekers die dan kunnen bewijzen dat ze gevaar lopen op vervolging, toch een verblijfsvergunning toekennen.