Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ)

Het Prognosemodel Justitiële Ketens is ontwikkeld voor het maken van ramingen van de capaciteitsbehoefte van de justitiële ketens. Het gaat daarbij om ramingen van o.a. de instroom en uitstroom van diverse ketenpartners binnen de justitiële ketens (aantallen te behandelen zaken e.d.) en de capaciteitsbehoefte bij intramurale voorzieningen (aantal plaatsen in justitiële inrichtingen).

Historie

Tot 1996 maakte het ministerie van Justitie eens in de vier jaar een raming van de capaciteitsbehoefte in de justitiële inrichtingen. In 1998 heeft het WODC de taak op zich genomen om jaarlijks een actualisering van de ramingen te maken. In 1999 publiceerde het WODC het eerste rapport in dit kader, gevolgd door de jaarlijkse edities in de periode 2001-2003. In 2003 is besloten om een integraal model voor de justitiële ketens te ontwikkelen en het bestaande model voor de sanctiecapaciteit uit te breiden tot het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ). Dit model omvat de hele veiligheidsketen, de civiele rechtspraak, de bestuursrechtspraak en de civiele rechtsbijstand. In 2004 werd het eerste rapport met de PMJ-ramingen gepubliceerd (destijds alleen de veiligheidsketen), gevolgd door jaarlijkse edities tot en met het heden.

Het model

Hoe werkt het PMJ nu eigenlijk? Dat lichten we op hoofdlijnen toe in de animatie hieronder.


Het Prognosemodel Justitiële Ketens, of PMJ, helpt bij het bepalen van  de capaciteit die nodig is voor de justitiële ketens. De bevindingen uit PMJ ondersteunen de onderbouwing van een deel van de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid. PMJ stelt vragen als: Hoe ziet de instroom en uitstroom eruit? Wat is de invloed van ontwikkelingen in de maatschappij? Wat hebben we nodig voor de intramurale voorzieningen? In deze animatie lichten we toe hoe PMJ op hoofdlijnen werkt.Het model bestaat uit twee delen: ‘de ontwikkelingen in de samenleving’ en ‘de consistentie van de keten’. De ontwikkelingen in de samenleving zijn al die zaken waar justitie geen invloed op heeft, maar die wel gevolgen kunnen hebben voor de instroom. Het model brengt deze ontwikkelingen onder in vier categorieën, namelijk ‘demografische’, ‘economische’, ‘maatschappelijke’ en ‘overige ontwikkelingen’. Het model benoemt de achtergrondfactoren zo concreet mogelijk.Vervolgens beschrijft het model de verbanden tussen deze ontwikkelingen en de criminaliteit of het beroep op rechtshulp en rechtspraak.De consistentie van de keten beschrijft hoe de keten van instroom en uitstroom per onderdeel en hoe de relatie tussen de onderdelen eruitzien.Dat doet het model voor de veiligheidsketen van opsporing, vervolging en berechting tot tenuitvoerlegging van vonnissen, reclassering, gesubsidieerde rechtsbijstand en slachtofferzorg. En dat doet het model voor de civiel- en bestuursrechtelijke keten. Hieronder vallen bijvoorbeeld de civiele rechtspraak en bestuursrechtspraak en de bijbehorende gesubsidieerde rechtsbijstand.PMJ benoemt, stap voor stap, wat de instroom en wat de uitstroom is. De uitstroom van de ene partner is onderdeel van de instroom van een volgende partner in een complex netwerk dat door PMJ wordt beschreven en gewogen.PMJ vergelijkt de verwachte ontwikkelingen in de samenleving en de kennis van de consistentie van de justitiële ketens. Met de uitkomsten daarvan kan dit model het ministerie van Justitie en Veiligheid ondersteunen bij het bepalen van de benodigde capaciteit.

Onderdelen PMJ

Het PMJ bestaat uit twee onderdelen, namelijk een model voor de veiligheidsketen en een model voor het civiel- en bestuursrechtelijke deel van de justitiële keten. Het model voor de veiligheidsketen bevat onderdelen zoals opsporing, vervolging en berechting, straffen en maatregelen, vreemdelingenbewaring, gevangeniswezen, justitiële jeugdinrichtingen, reclassering, gesubsidieerde rechtsbijstand in strafzaken en slachtofferzorg. Het model voor de civiel- en bestuursrechtelijke keten bevat de onderdelen civiele rechtspraak, bestuursrechtspraak en gesubsidieerde rechtsbijstand in civiele zaken en bestuurszaken. Het startpunt voor het PMJ zijn ontwikkelingen in de samenleving die geheel of grotendeels buiten de invloedssfeer van Justitie liggen. Dergelijke ontwikkelingen kunnen gevolgen hebben voor het ontstaan van criminaliteit en rechtsproblemen en daarmee voor het beroep op de justitiële ketens. Voorbeelden zijn de mogelijke gevolgen van ontwikkelingen in sociale cohesie, maatschappelijke ongelijkheid, botsing van culturen en welvaart. Op basis van de beschikbare criminologische, rechtssociologische en economische theorieën zijn de mogelijk relevante maatschappelijke fenomenen benoemd. Bij deze fenomenen zijn zo veel mogelijk kwantificeerbare achtergrondfactoren gezocht. Er is geen één-op-één relatie tussen de achtergrondfactoren en deze fenomenen (een achtergrondfactor kan een indicator zijn voor meerdere fenomenen en een fenomeen kan door meerdere achtergrondfactoren worden gekarakteriseerd). De verbanden in het model zijn dan ook niet noodzakelijkerwijs causaal.

Categorieën

De zo in kaart gebrachte ontwikkelingen kunnen grofweg in vier categorieën worden ingedeeld, namelijk demografische, economische, maatschappelijke en overige ontwikkelingen. Het PMJ beschrijft de kwantitatieve verbanden tussen deze ontwikkelingen en de criminaliteit of het beroep op rechtshulp en rechtspraak. Tevens brengt het PMJ de samenhangen tussen de ontwikkelingen in criminaliteit en het beroep op rechtshulp en rechtspraak en de ontwikkelingen in de rest van de justitiële ketens in beeld. Combinatie van het model en de verwachte ontwikkelingen in genoemde achtergrondfactoren leidt tot de verwachte ontwikkeling van het beroep op de diverse onderdelen van de justitiële ketens bij gelijkblijvend beleid. De uitkomsten van dit model dienen als onderbouwing van de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze ramingen zijn beleidsneutraal, hetgeen wil zeggen dat ze uitgaan van gelijkblijvend beleid.

Verantwoordelijkheid ramingen

De beleidsneutrale ramingen vallen onder de verantwoordelijkheid van het WODC op twee uitzonderingen na. De beleidsneutrale ramingen voor de civielrechtelijke en bestuursrechtelijke rechtspraak zijn de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het WODC en de Raad voor de rechtspraak. De beleidsneutrale ramingen voor forensisch-psychiatrische centra zijn de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het WODC en de Dienst Justitiële Inrichtingen. Ramingen van het effect van voorgenomen beleids- en wetswijzigingen worden gemaakt door de beleidsdirecties van het ministerie van Justitie en Veiligheid, het Parket Generaal, de Raad voor de rechtspraak en diverse uitvoeringsorganisaties. Zij inventariseren welke ontwikkelingen nog niet (volledig) zijn verwerkt in de WODC-ramingen en wat de consequenties daarvan kunnen zijn voor de justitiële ketens. Het gaat hierbij om nog niet (volledig) zichtbare effecten van reeds in gang gezet beleid en in beperkte mate om effecten van nieuw voorgenomen, reeds goedgekeurd beleid. De beleidsneutrale ramingen samen met de geraamde beleidseffecten vormen de beleidsrijke ramingen. De beleidsrijke ramingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het WODC maar onder de verantwoordelijkheid van de beleidsdirecties van het ministerie van Justitie en Veiligheid, het Parket Generaal, de Raad voor de rechtspraak en diverse uitvoeringsorganisaties. De beleidsrijke ramingen zijn niet in de WODC-rapportages opgenomen, maar zijn terug te vinden in de bijbehorende Kamerbrief van de Minister van Justitie en Veiligheid en tevens opgenomen in de betreffende begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Onzekerheid

De beleidsneutrale ramingen zijn momentopnames en geven aan wat op dit moment de meest waarschijnlijke ontwikkeling is, als er geen effecten van wijzigingen in het beleid optreden. De beleidsneutrale ramingen moeten derhalve niet als een vaststaand gegeven worden beschouwd, maar voornamelijk als een signaal. Ze geven aan wat er zou kunnen gebeuren indien er niets verandert. Door onverwachte gebeurtenissen en niet in de raming verwerkte effecten van (nieuwe) wet- en regelgeving en beleid kunnen de werkelijke ontwikkelingen afwijken van de beleidsneutrale ramingen. Ook brengen de gelegde relaties in het PMJ en de van elders betrokken ramingen van de achtergrondfactoren onzekerheden met zich mee.

Meer informatie en meest recente publicatie

Meer informatie over het model en de beleidsneutrale ramingen zijn te vinden in diverse publicaties; de link naar het overzicht staat hieronder vermeld. Elk jaar worden de data die nodig zijn voor het model, bijgewerkt en de relaties in het model opnieuw geschat. De berekeningen in de publicatie van jaar T zijn gemaakt in de periode oktober t/m december van jaar T-1 waarbij gerealiseerde cijfers van het jaar daarvoor (jaar T-2) zijn gebruikt. De ramingen worden opgesteld ten behoeve van de begroting voor jaar T+1. Derhalve zijn de effecten van recentelijk ingezet beleid (vanaf jaar T-1) niet in de beleidsneutrale ramingen verwerkt.

De meest recente publicatie is te vinden onder de volgende link: Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2028 - Beleidsneutrale ramingen. Onder deze link zijn ook de online bijlagen 3 t/m 5, behorende bij deze publicatie, te vinden.

Contact

Ben Tims

Debora Moolenaar