Controle van digitale gegevensdragers

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3450
Type Extern onderzoek
Betrokken organisatie(s) Hooghiemstra & Partners

Samenvatting

In ongeveer 300 gevallen per jaar legt de rechter, in zaken waarin sprake is van online seksueel kindermisbruik, een bijzondere voorwaarde op waarbij de veroordeelde moet meewerken aan de controle van zijn digitale gegevensdragers door de reclassering. Hoewel de controles worden ingezet als een vorm van reclasseringstoezicht, ligt de feitelijke uitvoering hiervan vooralsnog bij de politie die reclassering assisteert. De reden hiervoor is dat de politie over de benodigde expertise en middelen beschikt. Inmiddels lijkt het zeer waarschijnlijk dat de controles in de toekomst geheel zullen worden uitgevoerd door de reclassering zelf.
Op 7 juli 2020 heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2020:1215) geoordeeld over een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag waarin een dergelijke bijzondere voorwaarde was opgelegd. De Hoge Raad acht in dit arrest de bijzondere voorwaarde in strijd met artikel 14c, tweede lid, onder 14ᵒ, van het Wetboek van Strafrecht. Sindsdien heeft Hoge Raad nog enkele andere uitspraken gedaan. Deze arresten van de Hoge Raad hebben bij politie, OM en reclassering nieuwe (juridische) zorgen aangewakkerd over de controle van digitale gegevensdragers. Er zijn ook zorgen over de betrouwbaarheid van de huidige werkwijze. 
Door te onderzoeken welke knelpunten zich voordoen bij de controle van digitale gegevensdragers en in kaart te brengen welke mogelijkheden er zijn om deze weg te nemen, draagt dit onderzoek bij aan het vormen van een werkwijze die past binnen de juridische kaders, past bij methodisch werken in een gedwongen kader, effectief en uitvoerbaar is. Ook wordt verkend in hoeverre een dergelijke werkwijze kan worden toegepast bij het controleren van online risicovol gedrag bij andere soorten delicten, zoals overige zeden, cybercrime en delicten op het terrein van terrorisme, extremisme en radicalisering.