Evaluatie wet kansspelen op afstand (KOA)

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3495
Type Extern onderzoek
Betrokken organisatie(s)

Samenvatting

De opkomst van online gokken maakte het noodzakelijk om de Wet op de Kansspelen te moderniseren. Op 1 april 2021 trad na een lang wetgevingstraject de Wet kansspelen op Afstand (KOA) in werking. Hiermee werd het, net zoals inmiddels in vele andere Europese landen het geval was, nu ook voor Nederlandse consumenten mogelijk om online te gokken bij legale vergunde aanbieders. Deze aanbieders moeten aan voorwaarden voldoen op het gebied van verslavingspreventie, consumentenbescherming en het tegengaan van fraude, witwassen en andere vormen van kansspel gerelateerde criminaliteit.
Het wetgevingstraject en ook de invoering daarvan verliep niet zonder discussie. Zowel illegale aanbieders, bestaande vergunninghouders als goede doelen roerden zich bij de rechter en bij beleidsmakers om hun belangen te behartigen. Daarnaast klonken in het maatschappelijke en politieke debat zorgen dat de legalisering van online kansspelen kan leiden tot ongewenste effecten. Denk hierbij aan een grote aanwas van nieuwe spelers, toename van problematisch speelgedrag en kansspelverslaving, onmatige deelname aan kansspelen door jongeren en andere kwetsbare groepen, manipulatie van sportwedstrijden (match fixing) of vermindering van de afdracht van loterijen aan sport, cultuur, natuur en andere goede doelen.
Deze evaluatie is een belangrijk moment om terug te blikken om de regulering van de online gokmarkt. Hoe heeft de regulering uitgepakt voor spelers, aanbieders en andere betrokkenen? Tot welke bedoelde en onbedoelde effecten heeft de Wet Koa geleid? En welke aanknopingspunten zijn er om de huidige praktijk rondom online gokken te verbeteren? Door deze en andere vragen te beantwoorden biedt deze evaluatie belangrijke informatie die gebruikt kan worden om het Nederlandse kansspelbeleid verder te verbeteren.

De evaluatie zal ingaan op de volgende vragen:

De beleidslogica

  1. Wat is het juridisch kader – inclusief lagere regelgeving - van de regulering van Kansspelen op afstand?
  2. Wat zijn de beleidsdoelstellingen van de Wet Koa (incl. lagere regelgeving) en met welke maatregelen moeten deze worden gerealiseerd? Welke aannames liggen in het beleid besloten? In hoeverre zijn doelen en maatregelen gedefinieerd en/of geoperationaliseerd?
  3. Hoe kijken verschillende stakeholdergroepen aan tegen de beleidslogica van de Wet Koa en lagere regelgeving? In hoeverre verwachten zij dat hiermee de doelen vanhet kansspelbeleid geborgd worden?

De uitvoeringspraktijk

  1. Hoe wordt de Wet Koa en de bijbehorende lagere regelgeving in de praktijk uitgevoerd?
  2. Welke knelpunten doen zich voor?
  3. Hoe kijken verschillende stakeholdergroepen aan tegen de uitvoeringspraktijk van de Wet Koa? Zien zij mogelijkheden om deze te verbeteren en zo ja, welke?
  4. In welke mate en op welke wijze geeft de Kansspelautoriteit invulling aan haar handhavende en toezichthoudende taken met betrekking tot kansspelen op afstand?
  5. In hoeverre kan op basis van de beleidslogica en de uitvoeringspraktijk worden verwacht dat bepaalde doelen (niet) worden bereikt?

De bedoelde en onbedoelde effecten van de Wet Koa.

  1. In hoeverre worden de beoogde doelen bereikt?
  2. Welke andere effecten (positief en negatief) doen zich voor?

Aanknopingspunten om te verbeteren

  1. Welke mogelijkheden zijn er om (de uitvoering van) wet- en regelgeving omtrent kansspelen op afstand te verbeteren?
  2. Hoe kijken verschillende stakeholdergroepen terug op de regulering van online gokken? Welke lessen zijn te trekken voor eventuele toekomstige reguleringsvraagstukken in andere segmenten van de gokmarkt?