WODC-publicaties 2024 - week 3

Dit is het wekelijks overzicht van publicaties en berichten van het WODC.

Langdurige(r) detentie na recidive van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven

Als ernstige gewelds- en zedenmisdrijven, zoals moord, doodslag en verkrachting, meerdere malen worden gepleegd, leidt deze recidive doorgaans tot zwaardere bestraffing, vooral een langdurige(r) detentie. Maar dit is niet altijd zo. De strafrechter weegt allerlei factoren mee, zoals de ernst van het misdrijf en de omstandigheden rondom de dader. Daardoor kan een recidivist een relatief lage straf krijgen. De motivering van de straf door de rechter is daarom belangrijk. Dat blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van het WODC.

Recidivisten van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven krijgen meestal langduriger detentie

Evaluatie fraudehelpdesk

De Fraudehelpdesk verleent geen diensten die uniek zijn, maar de combinatie van diensten en de brede oriëntatie op alle vormen van fraude maakt de dienstverlening van de Fraudehelpdesk wel bijzonder. Dat is één van de bevindingen uit het evaluatieonderzoek van Pro Facto, in opdracht van het WODC. De naam Fraudehelpdesk kan wel voor verwarring zorgen, want het is nu meer een meldpunt dan een helpdesk.

Fraudehelpdesk nog vooral melddesk

Casestudie verloop traject uitgeplaatste en niet-uitgeplaatste gedetineerden; na een zeden- of ernstig geweldsdelict naar aanleiding van de maatregelen Michael P.

Gedetineerden worden sinds de invoering van striktere maatregelen in 2019 veel minder vaak uitgeplaatst voor forensische zorg buiten de penitentiaire inrichting (PI) dan daarvoor. In de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kunnen gedetineerden die een ernstig gewelds- en/of zedendelict hebben gepleegd op basis van twee artikelen worden uitgeplaatst naar een forensische instelling. In geval van een (acute) psychische zorgbehoefte kunnen zij worden uitgeplaatst als deze zorg niet gegeven kan worden in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) (art. 15.4 Pbw) of als zorg nodig is in het kader van re-integratie(art. 43.4 Pbw) naar de samenleving. Significant APE heeft uitgezocht hoe het komt dat gedetineerden die aan alle voorwaarden voldoen, niet worden uitgeplaatst.

Hoe veranderden striktere maatregelen de beslissing om wel/niet uit te plaatsen naar forensische zorg?

Waarom komen ze niet? Meldingsbereidheid onder veroordeelden met een zelfmeldstatus

Minder dan de helft van de veroordeelden met een zelfmeldstatus maakt gebruik van de mogelijkheid om zich vrijwillig te melden voor de gevangenisstraf. Ondanks dat zelfmelden voordelen kent, spelen factoren als verslavingsproblematiek, taalbarrières en zorgtaken van de veroordeelden een cruciale rol bij de beslissing om zichzelf te melden of niet. In het onderzoek is gekeken naar de redenen achter de geringe bereidheid en hoe die verhoogd kan worden. Er is meer individuele aandacht voor een veroordeelde met zelfmeldstatus nodig om de meldingsbereidheid voor de gevangenisstraf te verhogen. Dat is één van oplossingrichtingen die Dialogic aandraagt, na onderzoek uitgevoerd in opdracht van het WODC.

Hoe kan meldingsbereidheid onder veroordeelden met zelfmeldstatus worden verhoogd?

Leerstoel vanuit WODC voor jeugdcriminaliteit aan Universiteit Leiden officieel

Op 18 januari ondertekende de directeur van het WODC, Gerty Lensvelt-Mulders, de instelling van een fonds op naam bij het Leids Universiteits Fonds (LUF). Hiermee wordt bekrachtigd dat André van der Laan, kennislijncoördinator bij het WODC, ook de functie van bijzonder hoogleraar Jeugd- en Adolescentencriminaliteit bij de Leidse Universiteit bekleedt. En dat zorgt voor een nieuwe en zeer wenselijke koppeling van de wetenschap met beleid.

Leerstoel vanuit WODC voor jeugdcriminaliteit aan Universiteit Leiden officieel